De kleine beweegagenda

Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het Mulier Instituut en het Kenniscentrum Sport en Bewegen delen de behoefte aan een breed gedragen driejarig plan (2019 t/m 2021) om in te zetten op beweegstimulering voor 0-4 jarigen. Vanuit deze behoefte is ‘De kleine beweegagenda’ ontstaan.

De Kleine Beweegagenda geeft zicht op de activiteiten die in de komende drie jaar (2019, 2020 en 2021) uitgevoerd worden door de verschillende partijen met betrekking tot beweegstimulering van 0-4 jarigen. Ook wordt inzichtelijk gemaakt waar, in aanvulling daarop, behoefte aan is. Er kan zo een keuze gemaakt worden in activiteiten, die vaak ook onderlinge verbanden hebben, waar middelen vanuit het Sportakkoord aan gekoppeld kunnen worden.

Uitgangspunten voor de Kleine Beweegagenda zijn activiteiten die:

  • daadwerkelijk in de praktijksituatie plaatsvinden/ waar de praktijk daadwerkelijk bewegen mee kan stimuleren;
  • goed zijn in te bedden in lokale beleids- en stimuleringsprogramma’s, zoals een lokaal sportakkoord;
  • aansluiten bij de behoeften van de uitvoerende praktijkprofessionals rondom de kinderen en/ of van de ouders. In de verdere uitwerking is het goed om de gebruikers/ doelgroep mee laten denken;
  • gebruik maken van landelijke programma’s en hun netwerk. Denk hierbij aan: JOGG, Gezonde Kinderopvang, Kansrijke Start, Gezond In en het LOT- platform. Deze kunnen een actieve rol spelen bij de uitzet van pilots, communicatie richting de professionals en bij het implementeren van kennis en producten;
  • waar mogelijk verbonden worden aan andere pijlers van gezonde leefstijl, zoals voeding, slaap, ontspanning, stresshantering.

De Kleine Beweegagenda bestaat uit drie hoofdonderdelen:

  •  de ontwikkeling van een beweegadvies;
  •  het opstellen van een kennisagenda ;
  •  de doorontwikkeling en implementatie van ‘best practices’.

Deze dragen alle bij aan de volgende missie:

Alle kinderen van 0-4 jaar worden vanuit de omgeving (o.a. sociaal, fysiek, politiek en economisch) gestimuleerd met plezier voldoende kwalitatief en kwantitatief te bewegen op eigen niveau voor een goede (motorische) ontwikkeling en een optimale voorbereiding op een actieve leefstijl.

Lopende projecten:
  • In kaart brengen van factoren die van invloed zijn op de motorische ontwikkeling van 0-4 jarigen en hoe dit zich verhoudt tot erkende interventies.
  • In kaart brengen van meetinstrumenten om kwaliteit en kwantiteit van bewegen van 0-4 jarigen te meten en het ondersteunen van praktijkinitiatieven gericht op systematische monitoring als pilots voor een eventuele landelijke aanpak.
  • Structurele dataverzameling opzetten over het beweegaanbod bij verschillende vormen van opvang.
  • Inventariseren van meetinstrumenten en hiaten om de kwantiteit en kwaliteit van beweeggedrag van 0-4 jarigen te meten.