Grensoverschrijdend gedrag tegen sporters met een beperking voorkomen

Gehandicaptensport Nederland wil meer weten over grensoverschrijdend gedrag tegen mensen met een beperking in de sport en hoe dat kan worden voorkomen. Dit stelt sportverenigingen in staat om een veilige en zorgeloze sportomgeving voor sporters met een beperking te organiseren. Daarom heeft Gehandicaptensport Nederland de Universiteit Utrecht en het Mulier Instituut gevraagd hier onderzoek naar te doen.

Het doel is om inzicht te krijgen in de kwetsbaarheid van mensen met een beperking voor verschillende vormen van grensoverschrijdend gedrag binnen de georganiseerde sport. Daarnaast wordt onderzocht hoe verenigingsbestuurders, begeleiders, vrijwilligers en leden omgaan met grensoverschrijdend gedrag tegen sporters met een beperking.

Het onderzoek bestaat uit:

  • een literatuurscan naar de verschillende vormen van grensoverschrijdend gedrag tegen sporters met een beperking en de omgeving waarbinnen die zich voordoen, met aandacht voor vormen die tot nu toe weinig zijn meegenomen in definities en metingen;
  • een analyse van bestaande data over de maatregelen die sportverenigingen hebben genomen om een veilige sportomgeving te realiseren voor sporters met een beperking;
  • interviews met de naaste sportomgeving van sporters met een beperking (bv. medesporters, begeleiders, trainers, ouders, bestuurders) over (preventie van) grensoverschrijdend gedrag.

Oproep voor verenigingen
Hebt u bij uw vereniging wel eens een dilemma ervaren in verband met onveilig of grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van mensen met een beperking? En bent u bereid uw ervaringen en inzichten met ons te delen? Dan komen we graag met u in contact.

Neem voor meer informatie contact op met Inge Claringbould van de Universiteit Utrecht of Vidar Stevens van het Mulier Instituut.

Nadere analyse van criminele inmenging bij amateursportverenigingen

Amateursportverenigingen in Nederland kunnen kwetsbaar zijn voor criminele inmenging. De afgelopen jaren zijn hier verschillende onderzoeken naar gedaan. De ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Justitie en Veiligheid hebben het Mulier Instituut en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) gevraagd de onderzoeksresultaten te analyseren en een vertaalslag te maken naar de praktijk om sportverenigingen weerbaarder te maken.

Het Mulier Instituut en het CCV analyseren de resultaten van twintig onderzoeken. Ze brengen de overeenkomsten en verschillen van deze studies in kaart, gaan op zoek naar rode draden en categoriseren voorgestelde interventies en aanbevelingen. Op basis van deze inzichten wordt duidelijk of de huidige aanpak om amateursportverenigingen weerbaarder te maken voldoet.

Praktijkgerichte instrumenten

Als uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er meer mogelijkheden zijn om criminele inmenging bij amateursportverenigingen tegen te gaan, gaan het Mulier Instituut en het CCV hier samen mee aan de slag. Zo zouden bepaalde interventies en aanbevelingen wellicht verder uitgewerkt en getest kunnen worden om de weerbaarheid van sportverenigingen te vergroten. In overleg met relevante stakeholders op het gebied van sport, veiligheid en beleid ontwikkelen de partijen hier dan specifieke instrumenten voor.

Neem voor meer informatie contact op met CCV-adviseur Joeri Vig of met Vidar Stevens van het Mulier Instituut.

Ondersteuning voor sportverenigingen bij positieve sportcultuur

De gemeente Den Haag ondersteunt sportverenigingen al een aantal jaar bij het creëren van een positieve sportcultuur. Nu wil zij graag weten hoe sportverenigingen deze ondersteuning ervaren, of die heeft bijgedragen aan een positieve sportcultuur op de verenging, waarom dit bij sommige verenigingen beter loopt dan bij andere en wat zij kan doen om beter aan te sluiten bij de behoeften van verenigingen. Het Mulier Instituut onderzoekt dit.

We brengen in kaart welke ondersteuning er is en hoe die in de praktijk wordt uitgevoerd. Vervolgens gaan we met verenigingen in gesprek over hoe zij met positieve sportcultuur aan de slag zijn gegaan en wat hun ervaringen zijn. Ook gaan we het gesprek aan met verenigingen die juist niet goed worden bereikt met de ondersteuning of die niet met het thema aan de slag gaan. Zo komen we tot aanbevelingen aan de gemeente over hoe haar ondersteuning beter kan aansluiten bij de wensen en ervaringen van verenigingsbestuurders.

De resultaten worden gepresenteerd in een rapportage, die eind april 2022 wordt verwacht.

Neem voor meer informatie contact op met Vidar Stevens.

Lokale inzet van erkende sport- en beweeginterventies

Het Kenniscentrum Sport & Bewegen wil de lokale inzet van erkende sport- en beweeginterventies verder stimuleren. Daarom wil het weten wie lokaal bepalen of zo’n interventie wordt ingezet, hoe dat beslissingsproces verloopt, welke belemmeringen en stimulansen daarbij een rol spelen en welke ondersteuning hierbij zou kunnen helpen. Het Mulier Instituut onderzoekt dit.

Eerst bepalen we samen met het KCSB via een vragenlijst wie de belangrijkste beslissers zijn voor de lokale inzet van erkende interventies. Vervolgens benaderen we vertegenwoordigers van de vijf belangrijkste groepen beslissers voor een focusgroepsgesprek. Via die vijf gesprekken krijgen we per groep inzicht in de belemmeringen, stimulansen en mogelijke oplossingen of verbeteringen om lokale inzet van erkende interventies te stimuleren.

De resultaten worden gepresenteerd in een rapport, dat eind december 2021 wordt verwacht.

Neem voor meer informatie contact op met Linda Ooms.

Waarom halen kinderen geen (volgend) zwemdiploma?

De Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ) wil graag weten om welke redenen kinderen geen zwemdiploma behalen of niet doorgaan met zwemles na het behalen van hun A-diploma. Daarom doet het Mulier Instituut hier onderzoek naar.

De Nationale Norm Zwemveiligheid schrijft een C-diploma voor om veilig in een zwembad met attracties of in buitenwater zonder stroming of grote golfslag te kunnen zwemmen. 4 procent van de jongeren (11-16 jaar) in Nederland heeft geen zwemdiploma en 15 procent heeft alleen een A-diploma (cijfers uit 2018).

Er is onvoldoende bekend wat daarachter zit. Wel gaat het vaker om kinderen die (1) zijn gediagnosticeerd met bijvoorbeeld een vorm van autisme, ADHD, ADD, het syndroom van Asperger, ODD en/of CD, (2) een motorische beperking of achterstand hebben of (3) opgroeien in gezinnen met geldzorgen. Daarom voert het Mulier Instituut een interviewstudie uit onder ouders van deze kinderen om meer zicht te krijgen op de drempels die zij ervaren om hun kind aan zwemles deel te kunnen laten nemen.

De resultaten van deze studie worden in het najaar van 2021 verwacht.

Neem voor meer informatie contact op met Mirjam Stuij.

Huurtarieven sportaccommodaties Lansingerland

De gemeente Lansingerland is bezig met een nieuwe huurtarievennota voor haar sportaccommodaties. Nu wil zij weten hoe de tarieven in Lansingerland zich verhouden tot de tarieven in andere gemeenten. Daarom stelt het Mulier Instituut een huurtarievenbenchmark op.

Voor de benchmark worden vijftien referentiegemeenten gekozen. Vervolgens worden de tarieven in Lansingerland voor een aantal typen binnen- en buitensportaccommodaties vergeleken met de tarieven in de referentiegemeenten, waarbij bijvoorbeeld ook wordt gekeken of het gebruik van randvoorzieningen bij de tarieven in zit en wie er verantwoordelijk is voor het onderhoud van de accommodaties. Zo kan de gemeente Lansingerland bepalen of haar tarieven noemenswaardig afwijken.

De resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd in een rapport, dat in het najaar van 2021 wordt verwacht.

Neem voor meer informatie contact op met Peter van Eldert.

Ruimte voor sport in gemeente Hilversum

De gemeente Hilversum wil inzicht krijgen in de behoefte aan sportvoorzieningen in de gemeente. Het gaat haar daarbij om zowel de huidige als de toekomstige behoefte en om binnensport, buitensport en sport in de openbare ruimte. Daarom doet het Mulier Instituut hier onderzoek naar.

Met behulp van onder meer de Database SportAanbod, draagvlakcijfers, bevolkingsprognoses, webenquêtes en discussiebijeenkomsten worden de behoefte aan sportaccommodaties en de huidige en verwachte knelpunten op dat gebied in kaart gebracht. Daarnaast worden wijkprofielen gemaakt om te laten zien waar de beweegvriendelijkheid van de Hilversumse wijken goed is en waar deze nog voor verbetering vatbaar is.

De resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd in de vorm van rapportages en een online dashboard en worden in december 2021 verwacht.

Neem voor meer informatie contact op met Karin Wezenberg-Hoenderkamp.

The Outdoor Generation: effect transformatie Krajicek Playgrounds

Binnen het project ‘The Outdoor Generation’ transformeert de Krajicek Foundation in 2021 en 2022 tien bestaande Krajicek Playgrounds, met als doel buitenspelen aantrekkelijk, uitdagend en interactief te maken voor iedereen in de buurt. Het Mulier Instituut onderzoekt de effecten van dit project als geheel en voor de afzonderlijke Playgrounds.

In dit onderzoek wordt in kaart gebracht welk effect The Outdoor Generation heeft op het gebruik van de getransformeerde Krajicek Playgrounds en of dit effect verschilt naar leeftijd en geslacht. Hiervoor worden observaties van de Playgrounds uitgevoerd voor en na de renovatie, die vervolgens worden geanalyseerd om vast te stellen wat voor wie werkt. Daarnaast worden online workshops georganiseerd voor verschillende betrokkenen, waarin wordt geëvalueerd waarom bepaalde transformaties werken voor bepaalde doelgroepen.

De resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd in een rapportage. Het onderzoek loopt tot en met najaar 2023.

Neem voor meer informatie contact op met Mark Noordzij.

Verenigingsmonitor Capelle aan den IJssel

In opdracht van Sportief Capelle voert het Mulier Instituut een onderzoek uit naar de stand zaken bij sportverenigingen in Capelle aan den IJssel. De resultaten bieden mogelijk aanknopingspunten voor beleid.

Voor deze verenigingsmonitor wordt een webenquête verspreid onder alle sportverenigingen in Capelle aan den IJssel. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met Sportief Capelle. Het Mulier Instituut brengt uiteindelijk de meest relevante (beleids)zaken op lokaal niveau in kaart, zoals het ledenbestand, knelpunten voor de vereniging, beleid, financiën, het (vrijwilligers)kader en accommodaties. Ook wordt de vitaliteit van de sportverenigingen in Capelle aan den IJssel weergegeven, op basis van de indexen organisatiekracht en maatschappelijke oriëntatie.

De resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd in een PowerPointrapportage. Het onderzoek loopt van april 2021 tot en met september 2021.

Neem voor meer informatie contact op met Janine van Kalmthout.

Monitoring en evaluatie Wereldmeiden

Wereldmeiden is een project van Huis voor Beweging waarbij meiden die een maatschappelijke diensttijd (MDT) doen samen sporten met meiden met een vluchtelingenachtergrond. Al sportend worden contacten gelegd en wordt samen plezier gemaakt. Het Mulier Instituut heeft hiervoor eerder een procesonderzoek uitgevoerd en onderzoekt nu in hoeverre de doelen van het programma bereikt worden.

In dit monitoring- en evaluatieonderzoek wordt onderzocht wat Wereldmeiden voor de MDT’ers en deelneemsters heeft opgeleverd aan ervaringen, contacten, maatschappelijke impact en meer. Ook wordt aan de kant van de betrokken organisaties gekeken wat goed gaat en wat beter kan bij bijvoorbeeld het opbouwen van lokale en regionale netwerken en het ondersteunen van de sportactiviteiten. De data worden verzameld via een monitoringstool, online vragenlijsten, (groeps)gesprekken en observaties tijdens provinciale bijeenkomsten.

De resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd in een rapportage, die in april 2022 wordt verwacht.

Neem voor meer informatie contact op met Manou Anselma.

Kunnen we je twee korte vragen stellen?