Beweegvriendelijke omgeving

Het beweegvriendelijk inrichten van de openbare ruimte wordt voor veel gemeenten en provincies steeds belangrijker. Een beweegvriendelijke omgeving heeft veel voordelen voor inwoners. Zo kan een beweegvriendelijke omgeving bijdragen aan de fysieke conditie en motorische vaardigheden van inwoners en helpt een beweegvriendelijke omgeving om chronische aandoeningen als obesitas te voorkomen (zie ook argumenten voor een beweegvriendelijke omgeving). Tegelijkertijd zien we dat sporten en beweegactiviteiten in de openbare ruimte, zoals wandelen, hardlopen en fietsen, populairder zijn geworden. We zien daarom ook steeds meer beleidsmatige aandacht voor de beweegvriendelijke omgeving.

Door bovenstaande ontwikkelingen hebben veel gemeenten en provincies behoefte aan meer inzicht in hoe beweegvriendelijk de openbare ruimte is. Welke ruimte is beschikbaar, hoe wordt deze gebruikt en waar liggen kansen om het gebruik van de sportieve openbare ruimte te verbeteren? Met de Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving als startpunt brengen we de aanwezige sportieve openbare ruimte per buurt of wijk in kaart en vergelijken we deze, met behulp van buurt- en wijkkenmerken, met andere buurten of wijken in de gemeente of met andere gemeenten. Met aanvullende werksessies en/of vragenlijsten voegen we kwalitatieve aspecten aan de analyse van de openbare ruimte toe. Zo krijgen we niet alleen inzicht in wat er in de openbare ruimte aanwezig is, maar komen we ook meer te weten over het (ervaren) gebruik van de openbare ruimte.

Als resultaat leveren we een rapportage op met veel kaartmateriaal en de uitwerking van de werksessies en/of de vragenlijsten. Voor gemeenten geven deze analyses inzicht in de beweegvriendelijke omgeving en eventuele quick wins of opgaven. Bovendien geeft het onderzoek handvatten om het gesprek aan te gaan met andere gemeentelijke afdelingen of organisaties in het veld om er zo voor te zorgen dat meer mensen gebruik gaan maken van de openbare ruimte om te sporten en te bewegen.

We doen naast onderzoek voor gemeenten en provincies ook onderzoek voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zo werken we aan de doorontwikkeling van onze Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving, voeren we beleidsanalyses uit en publiceren we diverse artikelen in vakbladen en wetenschappelijke tijdschriften.

Wilt u meer weten over onderzoek naar de beweegvriendelijke omgeving? Neem vrijblijvend contact op met Karin Wezenberg-Hoenderkamp, Mark Noordzij of Robin Rauws.

Voorbeelden van onderzoek

Toekomstonderzoek beweegvriendelijk Zuid-Holland

In opdracht van Provincie Zuid-Holland deden we in samenwerking met Molster Stedenbouw en CROW onderzoek naar hoe de Provincie in de komende jaren met beleid en regelingen kan bijdragen aan het verkleinen van het verschil tussen de huidige beweegdeelname (47%) en de gewenste beweegdeelname (75%). Hierbij keken we specifiek naar beleid rondom sport, bewegen en recreatie in de openbare ruimte.

Om tot aanbevelingen te komen hebben we een uitgebreid literatuuronderzoek gedaan. Uit de literatuurstudie zijn vijf belangrijke factoren naar voren gekomen die samen bijdragen aan een beweegvriendelijke omgeving. Dit zijn:

  1. persoonlijke/demografische factoren;
  2. de fysieke omgeving;
  3. de sociale omgeving;
  4. organisatorische kaders;
  5. financiële prikkels.

Deze factoren gebruikten we als basis om actuele feiten en cijfers over sporten en bewegen in Zuid-Holland in kaart te brengen en voor een beleidsanalyse, waarvoor we werksessies hebben georganiseerd en interviews met beleidsmedewerkers hebben gehouden. De aanbevelingen hebben we in een losse flyer samengevat. Het hele onderzoek staat in een uitgebreid onderzoeksrapport, dat we tijdens een grote sessie in de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen van 2023 hebben gepresenteerd.

Beweegvriendelijk Enschede

Sporten en bewegen in de openbare ruimte is een steeds belangrijker beleidsthema. Voor de gemeente Enschede brachten we in kaart hoe beweegvriendelijk de openbare ruimte is in de gemeente en welke maatregelen de gemeente kan nemen om de openbare ruimte beweegvriendelijker te maken. Dit deden we met behulp van de Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving (KBO).

Enschede bleek goed te scoren op de deelindicatoren ‘sport- en speelplekken in de openbare ruimte’ en ‘nabijheid van voorzieningen’. De nabijheid van recreatief groen en blauw bleek, met name in en rond de binnenstad, was een aandachtspunt. We hebben Enschede dan ook aanbevolen om in te zetten op meer groen en blauw in de stad. Dit maakt de stad niet alleen aantrekkelijker om actief in te zijn, maar is ook essentieel in het kader van klimaatadaptatie. Een beweegvriendelijke omgeving heeft namelijk naast het stimuleren van bewegen veel andere voordelen. Een ander aandachtspunt voor Enschede is het bevorderen van de beweegdeelname in buurten met een gemiddeld lage sociaaleconomische status (SES). Mensen met een lage SES sporten en bewegen minder dan gemiddeld.

Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving (KBO)

De Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving (KBO) brengt de beweegvriendelijkheid van de fysieke openbare ruimte in kaart door deze te scoren op een schaal van 0 tot en met 100 punten. We berekenen de KBO elke twee jaar en werken constant aan de verbetering ervan. Zo spannen we ons momenteel in om een zo compleet mogelijk overzicht te krijgen van alle sport- en speelplekken in Nederland. Verder zijn we bezig met het verbeteren van de rekenmethodiek.

Onderzoek uitgelicht

Kinderen spelen minder vaak en minder lang buiten

Kinderen van 4 tot 11 jaar spelen minder vaak en minder lang buiten. Jongens besteden meer tijd aan buitenspelen dan meisjes. Naarmate jongens ouder worden, besteden ze minder tijd aan buitenspelen. Meisjes spelen juist meer buiten naarmate ze ouder worden. Jonge kinderen (4-7 jaar) spelen ongeveer evenveel buiten als oudere kinderen (8-11 jaar). Voor beide groepen geldt dat de meesten drie tot zeven uur per week buitenspelen.

Kernindicator

Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving

De kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving maakt zichtbaar hoe de publieke ruimte in de woonomgeving scoort op de mogelijkheden voor sporten en bewegen. Verschillende aspecten van beweegvriendelijkheid krijgen een score van 0 tot en met 100. Bijvoorbeeld sport- en speelplekken en de nabijheid van voorzieningen. We berekenen de KBO elke twee jaar en werken constant aan de verbetering ervan.