Een op de vijf sporters zou andere sport beoefenen als financiële situatie dat toeliet
10 december 2018
Het beschikbare budget voor sport is mede bepalend voor de tak van sport die wordt beoefend: 21 procent van de sportende Nederlanders zou een andere sport beoefenen als de financiële situatie dat toeliet. Dat geldt vaker voor huishoudens met een beneden modaal inkomen (25%) dan voor huishoudens met een boven modaal inkomen (18%). Dit blijkt uit het factsheet ‘Consumentenuitgaven aan sport | 2018’ van het Mulier Instituut en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
Andere bevindingen zijn:
- In 43 procent van de Nederlandse huishoudens die in 2018 minder te besteden had dan in het jaar ervoor, wordt op sportuitgaven bezuinigd. Vaker dan op sport wordt bezuinigd op uitgaan (66%), uit eten (65%) en vakanties (62%).
- Lidmaatschappen van de sportvereniging en het fitnesscentrum worden door huishoudens met een verkleind vrij besteedbaar inkomen vaker ontzien bij bezuinigingen, in vergelijking met andere uitgaven voor actieve sportbeoefening.
- Als sporters sport zouden moeten laten schieten voor andere activiteiten in de vrije tijd, zou dat voor ruim een derde een bittere pil zijn.
- Ruim een kwart van de Nederlanders vindt de kosten verbonden aan het doen van sport bezwaarlijk. Dit aandeel is vergelijkbaar met dat in 2016.
- Circa een kwart van de Nederlanders verwacht sportartikelen en -kleding de komende twaalf maanden vaker online te gaan kopen in plaats van in een fysieke winkel.
Klik hier om het factsheet ‘Consumentenuitgaven aan sport | 2018’ te downloaden (pdf).
Neem voor meer informatie contact op met Paul Hover.