Coronaperiode zette talentvolle sporters aan tot nadenken over hun sportcarrière

De coronaperiode lijkt voor veel talentvolle sporters te hebben gezorgd voor een moment van reflectie. Ze kwamen namelijk los uit de topsportbubbel óf waren juist meer bezig met hun sport. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder talentvolle sporters.

De uitkomst van deze reflectie verschilt per sporter. Sommigen realiseerden zich dat sporten op hoog niveau hen niet (meer) gelukkig maakt. Anderen kregen juist de bevestiging dat zij niets liever willen dan topsporter worden.

Ondersteuning, intrinsieke motivatie en zelfsturing cruciaal

Sommige talentvolle sporters willen de coronaperiode vooral snel vergeten, maar voor anderen pakte deze juist goed uit. Talentvolle sporters die naar eigen zeggen de coronaperiode goed zijn doorgekomen hebben gemeenschappelijk dat zij:

• voldoende ondersteuning vanuit hun omgeving hebben ervaren;
• intrinsiek gemotiveerd zijn om te trainen;
• beschikken over een bepaalde mate van zelfsturing en zich hierdoor goed kunnen aanpassen aan de omstandigheden.

Psychosociale ondersteuning belangrijk

Tijdens de coronaperiode was mentale steun van ouders, trainers of teamgenoten voor veel sporters belangrijker dan ooit. Naast ondersteuning gericht op de prestatieve ontwikkeling is aandacht voor psychosociale ondersteuning dus erg belangrijk. Zeker in momenten van crisis, zoals tijdens de coronapandemie.

Interviews met talentvolle sporters

Voor dit kwalitatieve onderzoek hebben we interviews gehouden met dertien talentvolle sporters uit zeven verschillende sporten (zeven mannen, zes vrouwen). De gemiddelde leeftijd van de sporters is 20 jaar.

Lees de volledige bevindingen in de factsheet ‘De coronaperiode bij talentvolle sporters: een moment van reflectie’.

Neem voor meer informatie contact op met Lisanne Balk.