Big data: kansen en beperkingen voor het sportonderzoek

3 november 2016

Hoewel big data van waarde kunnen zijn bij de verdere ontwikkeling van het (breedte-)sportonderzoek, kennen deze data tegelijk ook problemen met representativiteit en verkrijgbaarheid en vergt het dikwijls complexe data-analyse om vragen beantwoord te krijgen. De kracht van big data is vooral duidelijk als dergelijke gegevens worden ingezet in combinatie met andere, meer traditionele methoden van dataverzameling.

Dit concludeert het Mulier Instituut in de rapportage ‘Big data en (breedte-)sport’ waarin het MI heeft gepoogd om meer duidelijkheid te scheppen over de kansen van big data voor het sportonderzoek. Het Mulier Instituut heeft dat gedaan vanuit de constatering dat klassieke dataverzamelingsmethoden hun beperkingen kennen en dat big data vaak in het nieuws zijn, zonder dat altijd helder is hoe deze nieuwe wijze van data verzamelen zich verhoudt tot meer traditionele wijzen van dataverzameling. Voor het project is beschikbare literatuur geraadpleegd, zijn interviews gehouden met een beperkt aantal experts en is een casestudie uitgevoerd rond ongewenst gedrag in het (Engelse) voetbal. De focus in het project lag op het onderzoek in de breedtesport.

Om vat te krijgen op big data worden in het rapport de kansen voor (sociale) media, persoonlijke meters/apps, dataregisters en (openbare) observaties beschreven. In de aankomende jaren zal het Mulier Instituut verdere investeringen plegen in het werken met big data. De ambitie van het instituut is om in 2020 voldoende veelsoortige ervaring met big data te hebben opgedaan om op projecten waar dat relevant voor is, big data zinvol te kunnen inzetten.

Klik hier voor de volledige rapportage ‘Big data en (breedte)sport’ (pdf)

Neem voor meer informatie contact op met Remko van den Dool of Paul Hover.