Sportverenigingen nemen vaker maatregelen voor inclusie leden met een beperking
De helft van de sportverenigingen neemt een of meer maatregelen om hun aanbod beter af te stemmen op leden met een beperking. In 2020 deed ongeveer één op de drie verenigingen met leden met een beperking dit. Dat blijkt uit een peiling van het Mulier Instituut onder bestuurders van 372 sportverenigingen.
Vaker trainers met expertise, begeleiders en informatie
Een kwart (25%) van de verenigingen met leden met een beperking of aandoening heeft speciaal opgeleide of gekwalificeerde trainers en vrijwilligers. Dat is iets meer dan in 2020 (20%). De helft (47%) neemt (ook) andere maatregelen. In 2020 was dat 35 procent. Het gaat dan bijvoorbeeld om:
- meer begeleiders;
- een AED;
- informatie op de website;
- iemand die leden met een beperking de weg wijst.
Meer verenigingen hebben leden met een beperking
Drie kwart van de verenigingen (73%) heeft één of meer leden met een beperking of aandoening. In 2020 was dit 67 procent. Bij de meeste verenigingen doen deze leden mee aan het reguliere aanbod (85%). Dit zijn vaker kleine verenigingen met enkele leden met een beperking waar ze weinig aanpassingen voor hoeven te doen.
Eén op de vijf verenigingen (22%) heeft (ook) aparte teams of trainingsgroepen. Dit zijn vaker grote verenigingen. Die hebben ook vaker specifiek opgeleide trainers en vrijwilligers.
Deelname aan verenigingsaanbod niet altijd makkelijk
Veel verenigingen hebben dus één of meer leden met een beperking of aandoening. Maar dat betekent niet dat het verenigingsaanbod voor iedereen toegankelijk is. Slechts één op de drie bestuurders (36%) vindt dat mensen met een beperking makkelijk bij hun vereniging kunnen sporten.
Veel verenigingen zijn wel bereid meer leden met een beperking te verwelkomen, ongeacht het type beperking (67%). Maar ze ervaren hierbij diverse belemmeringen. Zoals een tekort aan trainers en vrijwilligers met de juiste kennis en vaardigheden.
Geen belangstelling vanuit mensen met een beperking?
Volgens veel verenigingsbestuurders hebben mensen met een beperking of aandoening geen belangstelling voor hun sport- en beweegaanbod (43%). Waarom ze geen belangstelling hebben, hebben we met deze peiling niet onderzocht. Mogelijk heeft dit te maken met de toegankelijkheid van het verenigingsaanbod. Hoe makkelijker het is om deel te nemen, hoe aantrekkelijker het is om lid te worden van de vereniging. Het is belangrijk om hier als vereniging bij stil te staan.
Over het onderzoek
Dit onderzoek is onderdeel van de monitoring van de strategie ‘Sporten voor mensen met een handicap vanzelfsprekend in 2030’ (opent in nieuw tabblad) van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Voor dit onderzoek hebben we een vragenlijst uitgezet onder de leden van het Verenigingspanel van het Mulier Instituut. 372 bestuurders vulden de vragenlijst in.
Meer nieuws over dit thema
Voortgang Sportakkoord II: inclusie en bewegende jeugd nog niet de norm, maar de basis ligt er
Het merendeel van de gemeenten realiseert de randvoorwaarden die nodig zijn voor de ambities van Sportakkoord II. Dat blijkt uit uit het voortgangsrapport van het Mulier Instituut.
Mensen met een beperking ervaren vaak belemmeringen bij sportieve activiteiten
Veel mensen met een motorische of verstandelijke beperking ervaren belemmeringen bij sportieve activiteiten. Van vermoeidheid en te hoge kosten tot te weinig mensen om samen sportieve activiteiten mee te doen.
Doorstroom ouderen naar structureel sport- en beweegaanbod na valpreventie blijft uitdaging
Het is belangrijk dat ouderen structureel blijven sporten en bewegen na een valpreventieve beweeginterventie. Dat vinden niet alleen professionals die deze aanpakken om vallen te voorkomen aanbieden. Toch verloopt de doorstroom lang niet altijd goed.