Hoe zorg je dat kinderen meer bewegen tijdens de schooldag?
De schooldag biedt veel mogelijkheden om kinderen te stimuleren om meer te bewegen. Bijvoorbeeld tijdens de pauze of in de klas. Maar hoe doe je dat als school? En welke elementen zijn belangrijk om dat structureel te maken? Dat onderzocht het Mulier Instituut door vier basisscholen te bezoeken die hier actief mee bezig zijn.
We keken daarbij naar vier onderdelen:
- de verschillende actieve elementen/beweegmomenten op een dag;
- het beleid van de school;
- de sociale en fysieke omgeving;
- de betrokken personen en organisaties.

Veel verschillende beweegmomenten tijdens de schooldag
De scholen zorgen voor veel verschillende beweegmomenten tijdens en tussen de lessen. Bijvoorbeeld:
- in de klas, met bewegend leren of energizers;
- bewegingsonderwijs, door minstens het verplichte aantal uren te geven én extra in te zetten op de motorische ontwikkeling van kinderen uit de onderbouw;
- in de pauze, door buitenspelen te organiseren met activiteiten, speelpleinbegeleiders en juniorcoaches;
- na school, door alle leerlingen de mogelijkheid te geven om na schooltijd deel te nemen aan sportactiviteiten.
Bewegen opnemen in schoolbeleid
Om de verschillende beweegmomenten tijdens de schooldag te implementeren is het van belang dat bewegen onderdeel is van het schoolbeleid. Op drie van de vier scholen is dat zo. Op twee scholen staat in het beleid dat kinderen elke 30 minuten een beweegmoment krijgen.
Draagvlak onder medewerkers is cruciaal
Drie van de vier scholen hebben geïnvesteerd in draagvlak onder het schoolteam voor het stimuleren van bewegen. Dit begon bij één kartrekker, die steun kreeg van een kernteam (vaak een beweegteam genoemd). Dit draagvlak is volgens de scholen onmisbaar.
Casestudies op vier basisscholen
Voor dit onderzoek hebben we vier casestudies uitgevoerd op basisscholen. We spraken daar met de directeur, een vakleerkracht en minimaal één groepsleerkracht. Per school brachten we in kaart hoe zij meer bewegen integreren tijdens de schooldag en wat andere scholen daarvan kunnen leren.
Meer nieuws over dit thema
Veel gemeenten stimuleren fietsen, maar alleen campagnes zijn niet genoeg
Ruim drie kwart van de Nederlandse gemeenten zet zich in om fietsen te stimuleren. Dat doen ze vooral via campagnes, vooral gericht op oudere inwoners. Maar om mensen structureel aan het fietsen te krijgen, is meer nodig dan alleen campagnes.
In 2050 sporten Nederlanders naar verwachting iets meer
Het deel van de volwassenen in Nederland dat wekelijks sport, stijgt naar verwachting van 52,7 procent in 2023 naar 56,5 procent in 2050. Dat komt vooral door een andere samenstelling van de bevolking. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder Nederlanders van 25-75 jaar.
Een ‘echte sporter’ worden: geleidelijk proces met grote rol voor ouders, partner en werk
Mensen die veel sporten, deden dat in hun kindertijd vaak ook al. De rol van de ouders is daarbij belangrijk. Maar ook sportieve voorbeelden tijdens de volwassenheid spelen een rol. Deze ‘sportsocialisatie’ is een geleidelijk proces. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder volwassen Nederlanders.