Inzicht in mensen die niet en weinig bewegen in Nederland
Samenvatting
De Nederlandse overheid maakt beleid dat mensen stimuleert om te bewegen. Bewegen is goed voor de gezondheid. De Beweegrichtlijnen adviseren mensen van 18 jaar of ouder bijvoorbeeld om per week ten minste 150 minuten matig- tot zwaar-intensief te bewegen, verspreid over meerdere dagen in de week. Matig- tot zwaar-intensief bewegen is bijvoorbeeld wandelen, de hond uitlaten, fietsen, tuinieren, intensief huishoudelijk werk en sporten.
Een deel van de bevolking van 18 jaar of ouder voldoet aan de Beweegrichtlijn (44 procent). Een klein deel beweegt niet of nauwelijks (bijna twee procent). Daartussen ligt een grote groep mensen die weinig beweegt (ruim 53 procent). Dat gaat vaker om 65-plussers, mensen met een lichamelijke beperking of een langdurige ziekte of aandoening. Ook zijn het vaker mensen met basisonderwijs of een vmbo-diploma. Informatie over deze groepen kan beleidsmakers helpen om deze groepen meer in beweging te krijgen en aan de Beweegrichtlijnen te laten voldoen.
Het blijkt dat een deel van deze groep mensen niet zozeer te weinig minuten beweegt, maar vaak niet voldoende beweegmomenten per week haalt. Degenen die al een paar keer per week bewegen, zouden de richtlijn wel halen als ze nog iets vaker bewegen. Bijvoorbeeld door vaker de fiets te pakken, of de trap te nemen in plaats van de lift of roltrap. Als dat lukt, zou 56 procent van de Nederlandse bevolking genoeg bewegen. Voor deze groep is dus een kleine verandering van gedrag nodig om aan de Beweegrichtlijnen te voldoen.
De overheid streeft ernaar dat 75 procent van de bevolking in 2040 genoeg beweegt. Daar is meer voor nodig dan iets vaker bewegen. Een ‘systeemaanpak’ kan hierbij helpen. Hierin zorgen verschillende partijen (zoals overheid, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven) vanuit verschillende domeinen (zoals zorg, werk, onderwijs en leefomgeving) er samen voor dat mensen structureel meer bewegen.
De meeste winst voor de gezondheid is te halen bij de mensen die niet tot nauwelijks bewegen. Dit zijn vaak mensen met dezelfde kenmerken als de mensen die weinig bewegen. Hun gezondheid kan verbeteren als zij gaan bewegen.
Literatuurverwijzing: Mourik-Boelema, M.S. van, & Vegt, A.J. van der (2024). Inzicht in mensen die niet en weinig bewegen in Nederland. Utrecht: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).