Van thuis praten tot fluiten op het veld: betrokkenheid van hockeyouders

auteur(s):

Nouwens, S., Jonge, M. de, Suijlekom, A. van

plaats:

Utrecht

uitgever:

Mulier Instituut

jaar:

2022

collatie:

4 p.

documenten:

Van thuis praten tot fluiten op het veld: betrokkenheid van hockeyouders, factsheet 2022/31

samenvatting:

Een groot deel van de hockeyouders is betrokken bij de sport van hun kind. Ze ondernemen vooral activiteiten in de thuisomgeving, zoals praten over de sport. Ook binnen het hockeyteam van hun kind zijn veel ouders actief, door bijvoorbeeld te coachen of te fluiten. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut. Ouders zetten zich in mindere mate in voor andere teams op de vereniging van hun kind.

Ouders van jongere kinderen doen meer
Ouders van jongere kinderen ondernemen meer activiteiten dan ouders van oudere kinderen. In de thuisomgeving doen ze dat vaker omdat ze denken dat hun kind dan beter wordt in de sport. Ouders van jongere kinderen hockeyen bijvoorbeeld vaker samen met hun kind dan ouders van oudere kinderen. Wanneer de kinderen ouder zijn, geven ouders vaker aan dat hun kind bepaalde dingen zelf kan doen, bijvoorbeeld zelf naar de training gaan.

Ouders met hockeyverleden vaker trainer, coach of scheidsrechter
Ouders die zelf gehockeyd hebben, trainen, coachen en fluiten vaker dan ouders die niet gehockeyd hebben. Een groot deel van de ouders die minder vaak activiteiten voor het team of de vereniging uitvoeren, geeft aan zich niet vaardig te voelen in deze activiteiten. Vooral ouders van oudere kinderen geven dat aan.

Ouders vooral betrokken vanwege plezier
Ouders zijn thuis of op de vereniging vooral betrokken omdat zij het zelf leuk vinden, maar ook omdat hun kind het leuk vindt. Daarnaast doen ze deze activiteiten om hun kind te ondersteunen in hockey. Ouders die activiteiten binnen de vereniging doen, vinden het vaak belangrijk om iets voor het team of de vereniging te betekenen.

Vragenlijst onder hockeyouders
Voor dit onderzoek heeft de KNHB een digitale vragenlijst verstuurd naar ouders van kinderen (4-17 jaar) die lid zijn van een hockeyvereniging (n=405). We vroegen de ouders onder andere hoe vaak zij activiteiten in de thuisomgeving en op verenigingsniveau ondernemen.