Sport en bewegen tijdens corona

auteur(s):

Hermans, A.-M., Stuij, M., Sterkenburg, J. van

plaats:

Rotterdam / Utrecht

uitgever:

Erasmus Universiteit Rotterdam / Mulier Instituut

jaar:

2022

collatie:

9 p.

documenten:

Sport en bewegen tijdens corona: een fotodagboekstudie met vier sportieve jongeren, factsheet 2022/27

samenvatting:

Het sluiten van sportverenigingen en sportscholen in coronatijd heeft sportieve jongeren duidelijk geraakt, vooral in hun mentale en sociale welzijn. Toch tonen ze ook veerkracht en creativiteit door nieuwe sportmogelijkheden te zoeken en pakten ze hun sport weer op zodra dat mogelijk was. Dit is in beeld gebracht met een fotodagboekstudie onder relatief hoogopgeleide jongeren van diverse etnische komaf.

Voor dit onderzoek hebben vier sportieve 18- en 19-jarigen tijdens en na de laatste lockdown foto’s gemaakt over hun leven, en dan met name hun sportgedrag. Daarna hebben we met elk van hen een gesprek over de foto’s gevoerd.

Jongeren doorlopen drie fases in coronatijd
De foto’s van de jongeren laten drie opeenvolgende fases zien waar ze doorheen gingen:

• een periode van ‘leegte’, gekenmerkt door gemis, verveling en duisternis;
• een fase van creativiteit, waarin de jongeren de regels ‘oprekten’ met soms een extreme focus op sport;
• nieuwe waardering voor wat ze eerder vanzelfsprekend vonden: gewoon weer kunnen sporten na heropening van de sportvoorzieningen.

Betekenis van sport extra duidelijk
Het (tijdelijk) wegvallen van de sportmogelijkheden heeft de betekenis van sport voor de jongeren extra duidelijk gemaakt. Hun ervaringen illustreren het belang van de sociale omgeving voor sportgedrag. Daarmee sluiten de bevindingen aan op eerder onderzoek.

Fotodagboekstudie met vier sportieve jongeren
Deze studie is een verdiepende aanvulling binnen een groter onderzoeksproject ‘Ongelijkheid in sport en bewegen onder COVID-19: De impact van sport voor een veerkrachtige samenleving’. Dit wordt gefinancierd door ZonMw. Deze rapportage is een samenwerking tussen de Erasmus Universiteit Rotterdam en het Mulier Instituut.