Onderzoek lokaal sportbeleid

Beleid maken, ook in de sport- en beweegsector, is een dynamisch proces. Het start veelal met een goede analyse van de huidige situatie en een visie waar het beleid zich in de (nabije) toekomst op zou moeten richten; op de gewenste doelen en effecten en wat daarin realistisch is. Vaak is sprake van een leer- en verbetercyclus, waarin tussentijds het beleid wordt gevolgd en bijgesteld en achteraf resultaten worden geëvalueerd. Idealiter zijn bij het maken, uitvoeren en monitoren van beleid zowel beleidsmakers, uitvoerders als eindgebruikers in de samenleving betrokken.  

Het Mulier Instituut ondersteunt in dit proces en verzamelt relevante gegevens over de input, activiteiten, resultaten en effecten van beleid. Dit stelt de beleidsmaker in staat de voortgang in het (beleids)programma te verantwoorden of om het beleid bij te sturen. 

Beleidsmonitoring en -evaluatie voor gemeenten 

Het Mulier Instituut heeft een breed instrumentarium aan beleidsmonitoren beschikbaar waar gemeenten gebruik van kunnen maken, onder andere voor de monitoring en evaluatie van de inzet van buurtsportcoaches, voor het JOGG-programma, en voor projecten in het sociaal domein. Hiermee kunnen we gemeenten ondersteunen, bijvoorbeeld bij onderzoeksvragen rondom de ontwikkeling in het uitgezette beleid. Of bij het opzetten van een goed monitor- en evaluatiesysteem voor het lokale sportbeleid of rekenkameronderzoek voor lokale rekenkamers. Met een beleidsmonitor van het Mulier Instituut kunnen gemeenten de voortgang in het beleid(sprogramma) verantwoorden en inzichten opdoen die kunnen worden gebruikt voor tussentijdse bijsturing van het ingezette beleid.  

Naast beleidsmonitoring tijdens de uitvoering van het beleid ondersteunt het Mulier Instituut beleidsmakers ook regelmatig met een beleidsevaluatie. Dit kan zowel een tussentijdse evaluatie als een evaluatie aan het eind van de looptijd van bijvoorbeeld een beleidsprogramma of samenwerkingsovereenkomst betreffen. Een beleidsevaluatie kan inzicht geven in doelrealisatie, de vertaling van beleid naar uitvoering en aanknopingspunten voor de verbetering van beleid. 

Bij de monitoring en evaluatie van lokaal sport- en beweegbeleid kan het Mulier Instituut gebruik maken van een brede expertise en netwerk in het sportbeleid. Kennis van beleidsontwikkelingen, beschikbare data en passende referentiegemeenten bieden de mogelijkheid om onderzoeksresultaten goed in context te kunnen plaatsen.  

Landelijk onderzoek naar lokaal sportbeleid 

Omdat sportbeleid niet statisch is, maar in ontwikkeling en afhankelijk van een bredere context, voeren we regelmatig onderzoek uit naar het lokaal sport- en beweegbeleid in Nederland. In samenwerking met de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) houden we hiermee zicht op de ontwikkelingen in het lokaal sport- en beweegbeleid. We houden zo goed zicht op actuele beleidsvraagstukken bij gemeenten. Zo kunnen we gemeenten van dienst zijn bij hun onderzoeksvragen. 

In dit kader doen we elke vier jaar een Monitor Lokaal sportbeleid, waarin aandacht is voor de afzonderlijke fasen van de beleidscyclus, zodat de opgedane kennis verder reikt dan alleen de inhoud van het beleid.  

Daarnaast maken we per regio jaarlijks een overzicht van belangrijke indicatoren voor lokaal sport- en beweegbeleid (regioperspectieven).Dit doen wij in opdracht van de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG), waarmee wij samen kijken naar relevante vergelijkbare data, passend bij de ontwikkelingen van dat moment. 

Ook voeren we na afloop van elke gemeenteraadsverkiezingen een studie uit naar sport en bewegen in de lokale collegeprogramma’s. Hiermee wordt een goed beeld geboden van de inbedding van sport in het lokale beleid en de ontwikkelingen hierin over de tijd. 

Aanvullend hierop vinden diverse tussentijdse metingen plaats bij het gemeentepanel van VSG, om specifieke aspecten van het sportbeleid of de context te belichten. Hierin komen bijvoorbeeld de verbinding tussen sport- en gezondheidsbeleid, de exploitatie van sportaccommodaties of financiële regelingen voor mensen met een laag inkomen aan bod.