Ga naar de inhoud

Populariteit gaming onder Nederlanders blijft groeien

Gaming neemt een steeds grotere plaats in binnen de Nederlandse samenleving. In 2024 speelt meer dan een kwart (27%) van de volwassen Nederlanders wel eens langdurige (online) games. In 2019 was dat nog een op de vijf (18%). Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder kinderen en volwassenen.

Vooral jongvolwassen mannen gamen vaker (van 24% naar 39%). Onder vrouwen blijft het aandeel gamers stabiel (15%).

Gamen concurreert niet per se met sport

Gaming en sport worden vaak als concurrenten gezien, maar dit blijkt mee te vallen. Kinderen (10-12 jaar) die minder gamen, sporten wel wat vaker. Maar bij jongeren (12-16 jaar) is die relatie minder eenduidig. Bij volwassenen gaat veel sporten zelfs samen met vaker online gamen.

Steeds vaker samen gamen

Gaming speelt een steeds grotere rol in sociale netwerken: in 2024 speelt 47 procent van de gamers samen met vrienden of familie. In 2019 was dat 35 procent.

Uitdagingen: tijd, kosten en escapisme

De meeste gamers ervaren hun gamegedrag als positief, maar er zijn ook zorgen:

  • 35 procent van de langdurige gamers noemt de tijdsbesteding als een aandachtspunt (43% in 2019).
  • 17 procent van de volwassen gamers ziet de kosten als een nadeel (10% in 2019).
  • 26 procent van de gamers speelt games om te ontsnappen aan de realiteit (19% in 2019).

Toekomst: gamen blijft groeien, rol beweeggames nog klein

Gaming blijft zich ontwikkelen en lijkt niet meer weg te denken als vrijetijdsbesteding. Zeker gezien de populariteit onder jongeren. Beweeggames, zoals Pokémon GO en dansspellen, spelen nog maar weinig Nederlanders (minder dan 10%). Wel bieden deze games mogelijkheden om sporten en bewegen te stimuleren.

Over het onderzoek

Het onderzoek vond plaats in een meting van het Nationaal Sportonderzoek (april 2024, n=3.024). Dat is een onderzoek onder een online panel van Ipsos.

Meer nieuws over dit thema

In 2050 sporten Nederlanders naar verwachting iets meer

Het deel van de volwassenen in Nederland dat wekelijks sport, stijgt naar verwachting van 52,7 procent in 2023 naar 56,5 procent in 2050. Dat komt vooral door een andere samenstelling van de bevolking. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder Nederlanders van 25-75 jaar.

Een ‘echte sporter’ worden: geleidelijk proces met grote rol voor ouders, partner en werk

Mensen die veel sporten, deden dat in hun kindertijd vaak ook al. De rol van de ouders is daarbij belangrijk. Maar ook sportieve voorbeelden tijdens de volwassenheid spelen een rol. Deze ‘sportsocialisatie’ is een geleidelijk proces. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder volwassen Nederlanders.

Voortgang Sportakkoord II: inclusie en bewegende jeugd nog niet de norm, maar de basis ligt er 

Het merendeel van de gemeenten realiseert de randvoorwaarden die nodig zijn voor de ambities van Sportakkoord II. De partners pakken hun rol op om te komen tot meer inclusie en sociaal diverse sportomgevingen. Dat blijkt uit het voortgangsrapport van het Mulier Instituut.