Ga naar de inhoud

Motorische vaardigheden meten: zinvol, onder de juiste voorwaarden

Als het onderdeel is van een integrale aanpak, kunnen gemeenten het meten van motorische vaardigheden als basis gebruiken voor het verbeteren daarvan. Hierbij is het belangrijk dat de gemeente zorgt voor draagvlak onder scholen en duidelijke doelen en vervolgstappen. Dat blijkt uit casestudies van het Mulier Instituut in negen gemeenten.

Gymles

Meten als onderdeel voor het verbeteren van motorische vaardigheden

Meten kan bijdragen aan een integrale aanpak voor het verbeteren van motorische vaardigheden. Dat gebeurt op verschillende manieren:

  • Op basis van de motorische vaardigheden kan passend naschools aanbod ingericht en opgezet worden.
  • De vakleerkracht bewegingsonderwijs krijgt input voor de les bewegingsonderwijs.
  • Goede of minder goede bewegers kunnen doorverwezen worden naar aanvullend aanbod.

Draagvlak, doelen en vervolgstappen zijn belangrijke voorwaarden

Om het meten van motorische vaardigheden bij te laten dragen aan het verbeteren daarvan, zijn de volgende elementen binnen een integrale aanpak van belang:

  • Goede afstemming tussen gemeente en scholen: bijvoorbeeld wensen van scholen meenemen bij de keuze voor een meetinstrument en zorgen voor genoeg ondersteuning bij de uitvoering. Zowel financieel als qua inzet van personeel. Zo creëer je draagvlak bij de betrokken partijen.
  • Duidelijke doelen: het meten levert veel meer op als je weet wat je ermee wilt bereiken en een meetinstrument kiest dat daarbij past.
  • Heldere vervolgstappen: als betrokkenen weten waar je de gegevens voor gaat gebruiken, zien ze ook sneller de meerwaarde van het meten. Zeker als de vervolgstappen ook weer bijdragen aan de gestelde doelen.

Casestudies onder negen gemeenten

Voor dit onderzoek hebben we negen casestudies uitgevoerd onder gemeenten. We spraken met beleidsmedewerkers, medewerkers van gemeentelijke sportbedrijven en vakleerkrachten bewegingsonderwijs. Per gemeente brachten we de aanpak voor het meten van motorische vaardigheden in kaart. En de rol daarvan binnen de gemeentelijke integrale aanpak voor het verbeteren van motorische vaardigheden.

Gerelateerd nieuws

Minder Nederlanders gaan wel eens zwemmen 

In 2024 zwom de helft van de Nederlanders wel eens (54 procent). In 2019 was dat nog 70 %. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder Nederlanders vanaf 16 jaar. 

Bekendheid buurtsportcoaches neemt langzaam toe 

De bekendheid van buurtsportcoaches neemt toe onder de Nederlandse bevolking. In 2024 kende een derde (33%) van de Nederlanders een functionaris als de buurtsportcoach. In 2018 was dat nog maar een op de vijf (21%).

Aantal gemeenten dat schoolzwemmen aanbiedt of ondersteunt, daalt verder

Steeds minder gemeenten bieden schoolzwemmen. In 2020 ondersteunde een derde van de gemeenten schoolzwemmen, vier jaar later is dat percentage onder een kwart gedaald (23 procent).