Nieuwe meetmethode voor kernindicator ‘veilig voelen’ in sport
Met de kernindicator ‘veilig voelen’ meten we sinds 2012 hoeveel sporters en bezoekers zich meestal veilig voelen in de sport. Tot nu toe vroegen we daarbij om één algemene beoordeling. Maar iemand kan de veiligheid per situatie anders ervaren. Daarom hebben we een andere meetmethode onderzocht. We maken nu onderscheid tussen verschillende rollen en contexten. Dat geeft een nauwkeuriger beeld.
Gevoel van veiligheid verschilt tussen sportcontexten en rollen:
We onderscheiden de rol van sporter, vrijwilliger en bezoeker. Als contexten onderscheiden we verenigingen, ondernemende sportaanbieders, en sportwedstrijden en -evenementen.
De nieuwe vraagstelling toont aan dat dat veiligheidsgevoelens verschillen:
- Vrijwilligers voelen zich vaker onveilig dan sporters en bezoekers. Scheidsrechters en juryleden voelen zich het vaakst onveilig.
- Teamsporters voelen zich minder vaak veilig dan niet-teamsporters.
- Fitnessers voelen zich vaker veilig dan andere sporters bij ondernemende aanbieders.
- Bezoekers van betaald voetbal voelen zich minder vaak veilig dan bezoekers van amateurvoetbal.
Deelnamefrequentie en leeftijd hebben invloed op gevoel van veiligheid
Wekelijkse sporters geven vaker aan zich altijd veilig te voelen (63-74%) dan minder actieve sporters (44-48%). Bij bezoekers (63%) en vrijwilligers (32%) geldt het omgekeerde: wie minder vaak deelneemt, voelt zich veiliger.
Daarnaast voelen jongeren zich minder veilig in de sport dan ouderen. Dit sluit aan bij andere onderzoeksresultaten. Maar het is tegenstrijdig met de oude kernindicator. Die gaf aan dat jongeren zich juist veiliger voelen.
Uitgebreider beeld door nieuwe vraagstelling
De nieuwe vraagstelling levert een uitgebreider beeld op van de ervaren veiligheid in de sport. De uitsplitsing naar sportcontext en rollen zorgt voor een genuanceerder beeld van wie zich veilig voelt in de sport en waarom.
Data uit Nationaal Sportonderzoek
Voor dit onderzoek hebben we data verzameld via het Nationaal Sportonderzoek in april 2024. We hebben de vragen voorgelegd aan een representatieve groep van 1.504 Nederlanders van 16 t/m 79 jaar.
Meer nieuws over dit thema
Golf is nog altijd ‘mannensport’: Solheim Cup biedt kansen voor gendergelijkheid
Eén op de drie golfers in Nederland is vrouw. Dit is vrijwel niet veranderd in de afgelopen 25 jaar. Daarmee is golf nog steeds meer een ‘mannensport’ (meer dan 60% mannen), net als 53 van de 75 bij NOC*NSF aangesloten sporten.
Uitvoering Strategie sporten voor mensen met een handicap in de startblokken
Sinds eind 2023 werken ruim vijftig organisaties aan de strategie ‘Sporten voor mensen met een handicap is vanzelfsprekend in 2030’. Eind 2025 is het uitvoeringsplan voor de strategie klaar. Hierin vertalen de partijen de ambities van de Strategie naar concrete doelen en acties. Daarmee staat de uitvoering van de Strategie nu echt in de startblokken.
Gezinswelvaart belangrijke voorspeller voor sportdeelname middelbare scholieren
Middelbare scholieren (12–16 jaar) met een lage gezinswelvaart sporten minder vaak wekelijks dan hun leeftijdgenoten. Ook zijn ze minder vaak lid van een sportclub. Deze verschillen blijven bestaan wanneer we rekening houden met opleiding, leeftijd, gender en migratieachtergrond.