Ga naar de inhoud

Mentaal ongezonde Nederlanders sporten en bewegen minder

Mensen die zich mentaal ongezond voelen, sporten en bewegen minder vaak dan mensen die zich mentaal gezond voelen. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.

Hardlopen

Mentale ongezondheid is barrière

Mentale ongezondheid kan een (extra) reden zijn om niet of minder te sporten en bewegen. Denk aan iemand die zich mentaal slecht voelt en daardoor geen zin heeft om de deur uit te gaan.

Andersom kan niet sporten en bewegen ook (mede) een oorzaak zijn van een slechtere mentale gezondheid. Iemand die niet samen met anderen sport, loopt bijvoorbeeld sociale contacten mis.

Grootste verschillen bij drie bevolkingsgroepen

Dat mentaal ongezonde mensen minder bewegen, geldt voor alle bevolkingsgroepen die we onderzochten. Maar bij drie groepen zijn die verschillen extra groot:

  • oudere volwassenen;
  • mensen zonder betaald werk;
  • mensen met een niet-westerse migratieachtergrond.

Onderzoek op basis van Gezondheidsenquête

Voor dit onderzoek hebben we data geanalyseerd van de Gezondheidsenquête van het CBS. Dat is een jaarlijks onderzoek onder bijna 10.000 Nederlanders van alle leeftijden. Bij de analyse hebben we ingezoomd op leeftijd, geslacht, sociaaleconomische status, werk, herkomst en beperking.

Gerelateerd nieuws

Minder Nederlanders gaan wel eens zwemmen 

In 2024 zwom de helft van de Nederlanders wel eens (54 procent). In 2019 was dat nog 70 %. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder Nederlanders vanaf 16 jaar. 

Bekendheid buurtsportcoaches neemt langzaam toe 

De bekendheid van buurtsportcoaches neemt toe onder de Nederlandse bevolking. In 2024 kende een derde (33%) van de Nederlanders een functionaris als de buurtsportcoach. In 2018 was dat nog maar een op de vijf (21%).

Aantal gemeenten dat schoolzwemmen aanbiedt of ondersteunt, daalt verder

Steeds minder gemeenten bieden schoolzwemmen. In 2020 ondersteunde een derde van de gemeenten schoolzwemmen, vier jaar later is dat percentage onder een kwart gedaald (23 procent).