Kinderen spelen vaker buiten als hun ouders dit heel belangrijk vinden
Kinderen spelen vaker buiten als hun ouders dat heel belangrijk vinden. Ouders kunnen dus een belangrijke rol spelen als het gaat om het stimuleren van buitenspelen. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.
Kinderen van ouders die regelmatig buitenspelen ‘heel belangrijk’ vinden, spelen veel vaker (bijna) elke dag buiten en veel minder vaak maar één of twee dagen per week dan kinderen van ouders die het ‘belangrijk’ vinden.
Meeste kinderen spelen regelmatig buiten
De meeste kinderen spelen in Nederland geregeld buiten. Iets meer dan een derde zelfs (bijna) elke dag. Eén op de twintig kinderen speelt nooit buiten.
Leeftijd en migratieachtergrond maken verschil
- Jonge kinderen (4-7 jaar) spelen vaker buiten dan oudere kinderen (8-11 jaar).
- Kinderen zonder migratieachtergrond of met een ‘westerse’ migratieachtergrond spelen vaker buiten dan kinderen met een ‘niet-westerse’ migratieachtergrond.
- Het aantal jonge kinderen (4-7 jaar) en kinderen met een ‘westerse’ migratieachtergrond dat (bijna) elke dag buitenspeelt, neemt afgelopen jaren licht toe.
Data van het CBS
De data uit deze factsheet zijn gebaseerd op de Leefstijlmonitor-aanvullend van het CBS uit 2015-2021. De termen ‘westers’ en ‘niet-westers’ zijn inmiddels verouderd. We gebruiken ze hier nog omdat het CBS ze in 2021 nog gebruikte.
Meer nieuws over dit thema
Voortgang Sportakkoord II: inclusie en bewegende jeugd nog niet de norm, maar de basis ligt er
Het merendeel van de gemeenten realiseert de randvoorwaarden die nodig zijn voor de ambities van Sportakkoord II. De partners pakken hun rol op om te komen tot meer inclusie en sociaal diverse sportomgevingen. Dat blijkt uit het voortgangsrapport van het Mulier Instituut.
Meer kinderen hebben A-, B- én C-diploma; zwemvaardigheid kwetsbare kinderen blijft achter
Bijna vier op de tien kinderen van 6-12 jaar hebben in 2024 zwemdiploma A, B én C (38%). In 2012 was dat nog een kwart (27%). Vooral onder jongere kinderen (6-9 jaar) nam dit aandeel toe: van 13 procent in 2012 naar 34 procent in 2024.
Veel gemeenten meten motorische vaardigheden kinderen, maar gebruik resultaten blijkt lastig
Twee derde van de Nederlandse gemeenten gebruikte in 2024 meetinstrumenten voor de motorische vaardigheden van kinderen. Dit aandeel is sinds 2022 stabiel. Maar het is voor deze gemeenten vaak lastig om de verzamelde data te gebruiken.