Ga naar de inhoud

Ketenaanpak Gecombineerde Leefstijlinterventie: uitdagingen bij de doorstroom 

Zeven op de tien gemeenten bieden ten minste één van de erkende Gecombineerde Leefstijlinterventies (GLI) aan. Maar daarbij lopen ze nog wel tegen uitdagingen aan. Met name bij de doorstroom naar regulier sportaanbod na de GLI. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut. 

GLI-programma’s richten zich op duurzame gedragsverandering bij mensen met overgewicht of obesitas. Het aanbieden hiervan is onderdeel van een ketenaanpak. Andere onderdelen van deze ketenaanpak zijn de doelgroep toeleiden naar GLI-programma’s en doorstroom naar regulier sportaanbod. 

Uitdagingen: toeleiding naar en doorstroom na GLI 

Met name de toeleiding naar de GLI en doorstroom naar regulier sportaanbod na de GLI zijn uitdagend voor gemeenten. Zij vinden het lastig de doelgroep te vinden en te activeren. En om laagdrempelig en passend aanbod te creëren waarnaar deelnemers kunnen doorstromen.  

Dit komt met name doordat dat veel geld en menskracht vraagt. Budgetten en capaciteit zijn vaak beperkt. Daarom is het belangrijk om samen te werken met en te leren van andere ketenaanpakken. Zo kunnen gemeenten uitdagingen mogelijk efficiënter aanpakken. 

De GLI-coördinator als belangrijk aanspreekpunt  

De GLI-programma’s worden uitgevoerd door gecertificeerde leefstijlcoaches of diëtisten, fysiotherapeuten of oefentherapeuten. Eerder adviseerden we gemeenten een duidelijk aanspreekpunt voor hen aan te wijzen (opent in nieuw tabblad). In het huidige onderzoek zien we dat de helft momenteel een aanspreekpunt voor leefstijlcoaches heeft. Vaak is de GLI-coördinator dit aanspreekpunt. Gemeenten kunnen deze coördinator aanstellen om de inbedding van de ketenaanpak GLI te bevorderen. Bijna drie op de vijf gemeenten hebben zo’n coördinator aangesteld. 

Leg taken buurtsport- en beweegcoaches vast in beleid 

Drie op de vijf gemeenten zetten buurtsport- en/of beweegcoaches in om de doorstroom naar regulier sportaanbod na de GLI te stimuleren. Maar de taken van deze coaches heeft slechts een derde van de gemeenten vastgelegd in beleid. Dit is wel belangrijk. De buurtsport- en beweegcoach hebben namelijk een belangrijke rol bij de doorstroom. Door de taken vast te leggen en te concretiseren kunnen zij beter en efficiënter ingezet worden. 

Onderzoek onder 131 gemeenten 

De data voor dit onderzoek hebben we verzameld via het VSG-panel. Daar stelden we vragen aan ambtenaren van 131 gemeenten in het voorjaar 2025.  

Meer nieuws over dit thema

Doorstroom ouderen naar structureel sport- en beweegaanbod na valpreventie blijft uitdaging

Het is belangrijk dat ouderen structureel blijven sporten en bewegen na een valpreventieve beweeginterventie. Dat vinden niet alleen professionals die deze aanpakken om vallen te voorkomen aanbieden. Toch verloopt de doorstroom lang niet altijd goed.

Zwangere vrouwen bewegen te weinig: kennis landt niet in de praktijk

Bewegen en sporten tijdens de zwangerschap is gezond. Voor zowel moeder als kind. Toch bewegen veel zwangere vrouwen in Nederland onvoldoende. Dat komt onder andere door een gat tussen kennis en praktijk. Dat blijkt uit verkennend onderzoek van het Mulier Instituut.

Oratie Remco Hoekman: om sociale ongelijkheid in sport te dempen, moet overheid meer maatwerk leveren

Overheidsbeleid om meer mensen aan het sporten te krijgen, werkt helaas niet voor iedereen. Dat komt onder meer omdat 75 procent van de gemeentelijke gelden naar accommodaties gaat, zonder daarmee echt te sturen op sportstimulering.