Gezinswelvaart belangrijke voorspeller voor sportdeelname middelbare scholieren
Middelbare scholieren (12–16 jaar) met een lage gezinswelvaart sporten minder vaak wekelijks dan hun leeftijdgenoten. Ook zijn ze minder vaak lid van een sportclub. Deze verschillen blijven bestaan wanneer we rekening houden met opleiding, leeftijd, gender en migratieachtergrond. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het Mulier Instituut op HBSC-data 2005-2021 van het Trimbos-instituut en de Universiteit Utrecht.
Grootste verschillen naar gezinswelvaart
Van de scholieren met een lage gezinswelvaart sport 79 procent wekelijks. 47 procent is lid van een sportclub. Onder scholieren met een hoge gezinswelvaart sport 95 procent wekelijks. 80 procent is lid van een sportclub. Scholieren met een midden-gezinswelvaart zitten hier met beide percentages tussenin.
Migratieachtergrond vergroot verschillen
Scholieren met een lage gezinswelvaart én een ‘niet-westerse’ migratieachtergrond sporten het minst vaak wekelijks (74%). En ze zijn het minst vaak lid van een sportclub (37%). Ook de combinatie van migratieachtergrond en gender speelt een rol. Relatief weinig meisjes met een ‘niet-westerse’ migratieachtergrond sporten wekelijks (78%) of zijn lid van een sportclub (47%).
Verschillen naar opleiding, leeftijd en migratieachtergrond kleiner geworden
Naast welvaart en migratieachtergrond beïnvloeden ook opleiding en leeftijd sportgedrag. Havo/vwo-leerlingen sporten vaker wekelijks en zijn vaker lid van een sportclub dan vmbo-leerlingen. En 12-14-jarigen sporten vaker dan 15- en 16-jarigen.
Deze verschillen kwamen ook naar voren in eerdere HBSC-metingen, maar zijn in 2021 kleiner geworden. Dat komt door een daling in de sport(club)deelname onder havo/vwo-leerlingen, scholieren zonder migratieachtergrond en 12-14-jarigen. De sportdeelname van vmbo-leerlingen bleef nagenoeg gelijk. Die van scholieren met een ‘niet-westerse’ migratieachtergrond nam iets toe.
Onderzoek met HBSC-data
Voor dit onderzoek hebben we gebruikgemaakt van de Nederlandse data van 2005-2021 uit het onderzoek ‘Health Behaviour in School-aged Children’ (HBSC) van het Trimbos-instituut en de Universiteit Utrecht. Dit is een breed, internationaal onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van scholieren. Het vindt eens in de vier jaar plaats. Per meetjaar doen ruim 5.000 Nederlandse scholieren mee.
Meer nieuws over dit thema
Veel gemeenten stimuleren fietsen, maar alleen campagnes zijn niet genoeg
Ruim drie kwart van de Nederlandse gemeenten zet zich in om fietsen te stimuleren. Dat doen ze vooral via campagnes, vooral gericht op oudere inwoners. Maar om mensen structureel aan het fietsen te krijgen, is meer nodig dan alleen campagnes.
In 2050 sporten Nederlanders naar verwachting iets meer
Het deel van de volwassenen in Nederland dat wekelijks sport, stijgt naar verwachting van 52,7 procent in 2023 naar 56,5 procent in 2050. Dat komt vooral door een andere samenstelling van de bevolking. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder Nederlanders van 25-75 jaar.
Een ‘echte sporter’ worden: geleidelijk proces met grote rol voor ouders, partner en werk
Mensen die veel sporten, deden dat in hun kindertijd vaak ook al. De rol van de ouders is daarbij belangrijk. Maar ook sportieve voorbeelden tijdens de volwassenheid spelen een rol. Deze ‘sportsocialisatie’ is een geleidelijk proces. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder volwassen Nederlanders.