Ga naar de inhoud

Beweegwijsheid: waardevol concept, maar vertaalslag naar praktijk nodig

Vertegenwoordigers van het onderwijs en (sport)aanbieders zien beweegwijsheid als een waardevol en inspirerend concept. Volgens hen kan het bijdragen aan een leven lang bewegen. Wel hebben ze behoefte aan een vertaling van het concept naar een praktische toepassing. Dit blijkt uit een verkennend onderzoek van het Mulier Instituut.

In dit onderzoek keken we naar de toepasbaarheid van het concept beweegwijsheid. Dat onderzochten we binnen drie contexten waar kinderen van 4-12 jaar zich begeven:

  • het basisonderwijs;
  • de georganiseerde sport;
  • sportorganisaties in de wijk.

Meerwaarde: kijken naar meerdere componenten in samenhang

Beweegwijsheid is een breed concept. Het beschrijft onze relatie met bewegen en sport gedurende ons leven. De meerwaarde ervan is met name de holistische benadering. Dat houdt in dat aspecten uit verschillende componenten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. En dat het niet gewenst is om te focussen op één afzonderlijke component.

Beweegwijsheid bestaat uit de componenten:

  • kunnen: in staat zijn te bewegen – motorische vaardigheden en andere fysieke mogelijkheden, bijvoorbeeld kracht, uithoudingsvermogen, lenigheid (fysiek);
  • willen: zelfvertrouwen hebben in eigen bewegen en sporten, motivatie ontwikkelen, leren omgaan met uitdagingen en teleurstellingen (psychologisch); 
  • verhouden: zich weten te verhouden tot anderen tijdens het bewegen en sporten, samen bewegen beleven, omgaan met verschillende niveaus en vormen van deelname aan beweeg- en sportactiviteiten (sociaal); 
  • weten: welke vorm van bewegen en sport past bij je? Weten om te gaan met veranderende omstandigheden/contexten en kennis over (spel)regels (cognitief). 

Nog niet alle componenten even bekend: vertaalslag nodig

(Nog) niet alle componenten van het concept beweegwijsheid zijn even bekend onder vertegenwoordigers van de drie contexten. In de meeste contexten is wel aandacht voor meer dan één component. Toch erkennen de vertegenwoordigers de samenhang hiertussen nog niet altijd. Volgens hen kan het concept inspireren, maar is eerst een duidelijke vertaling naar praktische handvatten nodig. Pas dan kunnen ze het goed toepassen in de praktijk.

Inzet op praktische toepassing en scholing

Onder andere de partners van Sportakkoord II omarmen het concept beweegwijsheid. Zij onderstrepen het belang van een concept dat partners uit de verschillende contexten gebruiken om hun samenwerking af te stemmen en te verbeteren. Met als uiteindelijk doel om de jeugd meer te laten sporten en bewegen.

Stappen die hieraan kunnen bijdragen zijn:

  • het concept vertalen naar praktische handvatten voor de toepassing;
  • inzetten op scholing van professionals werkzaam in de verschillende contexten;
  • het concept inzetten om ouders, docenten, trainers en andere betrokkenen de meerwaarde van alle componenten te laten zien.

Onderzoek onder vertegenwoordigers van drie contexten

Voor dit onderzoek hebben we veertien semigestructureerde interviews uitgevoerd. We spraken met vertegenwoordigers van de drie contexten in de periode november 2023-januari 2024.

Meer weten over beweegwijsheid, de toegevoegde waarde, de Nederlandse context en de ontwikkelingen in landen om ons heen? Lees dan ook ons visiedocument: ‘Beweegwijsheid: de basis voor een leven lang bewegen (opent in nieuw tabblad)’.

Meer nieuws over dit thema

Meer basisscholen halen beweegnorm door subsidie: procesbegeleiders effectief

Dankzij een subsidieregeling waarmee basisscholen een procesbegeleider aanstelden, halen steeds meer scholen de norm van negentig minuten bewegingsonderwijs per week. Dat blijkt uit recent onderzoek van ResearchNed, het Mulier Instituut en KBA Nijmegen.

Beweegwijsheid: de basis voor een leven lang bewegen

Medio juni heeft demissionair staatssecretaris Karremans (VWS) ons visiedocument over beweegwijsheid naar de Kamer gestuurd. VWS wil, samen met de partners van Sportakkoord II, een iets andere focus om de jeugd meer te laten sporten en bewegen. 

Eerste resultaten ‘Buitenspelen in Kaart’ benadrukken belang van buitenspelen op school en opvang

De vragenlijst Buitenspelen in Kaart (BinK) meet hoeveel en hoe lang kinderen buitenspelen. Eerste resultaten laten zien dat de buitenspeeltijd op school en de opvang een belangrijk onderdeel is van de totale buitenspeeltijd.