Aantal openbare zwembaden in Nederland gedaald sinds 2013
Sinds 2013 zijn er 66 zwembaden gesloten en 27 nieuwe gerealiseerd. In 2024 zijn er daardoor 621 openbare zwembaden in Nederland: 39 minder dan in 2013. De nieuwe zwembaden zijn vooral in steden in te vinden. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.
Nieuwe zwembaden vooral in stedelijke gebieden
De gesloten zwembaden bevinden zich door heel Nederland. Maar in stedelijke gebieden kwam er relatief vaak een nieuw zwembad voor terug. In niet-stedelijke gebieden was dat veel minder vaak het geval.
Hierdoor nam de gemiddelde reisafstand naar een openbaar zwembad voor mensen in niet-stedelijke gemeenten toe van 3,7 tot 4,1 kilometer. In zeer stedelijke gebieden hebben mensen nog steeds een openbaar zwembad binnen 2 kilometer.
Nieuwe zwembaden bijna altijd overdekt
26 van de 27 nieuwe zwembaden zijn overdekte of combizwembaden. Een combizwembad heeft zowel binnen- als buitenbaden. In dezelfde periode sloten er 49 overdekte, 9 combi- en 8 openluchtzwembaden.
Te hoge kosten, veroudering en ruimtegebrek
Veel voorkomende redenen om zwembaden te sluiten, waren:
- te hoge exploitatie- of energiekosten;
- sterke veroudering van het zwembad.
Meer nieuws over dit thema
Deel gemeenten gebruikt nog gewasbeschermingsmiddelen op sportvelden
Een klein deel van de gemeenten gebruikt nog gewasbeschermingsmiddelen bij het onderhoud van grassportvelden. Dit aandeel is de afgelopen drie jaar ongeveer gelijk gebleven. Om ook deze velden vrij te krijgen van chemische middelen is meer aandacht nodig. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.
Meeste Nederlanders tevreden over sportaccommodaties in de buurt
Ongeveer 60 procent van de Nederlanders is tevreden over de sport- en beweegmogelijkheden in hun buurt. Ze zijn vooral tevreden over de bereikbaarheid en toegankelijkheid.
Oratie Remco Hoekman: om sociale ongelijkheid in sport te dempen, moet overheid meer maatwerk leveren
Overheidsbeleid om meer mensen aan het sporten te krijgen, werkt helaas niet voor iedereen. Dat komt onder meer omdat 75 procent van de gemeentelijke gelden naar accommodaties gaat, zonder daarmee echt te sturen op sportstimulering.