Zwemvaardigheid
Hoeveel kinderen halen een of meerdere zwemdiploma’s? Voor welke kinderen is dat lastiger dan gemiddeld? Waar komt dat door? Wat helpt, bijvoorbeeld vanuit beleid, om meer kinderen zwemvaardig te laten worden? Het Mulier Instituut doet hier zowel landelijk als lokaal onderzoek naar.
Zwemvaardigheid en zwemdiploma’s
Een goede zwemvaardigheid draagt bij aan de zwemveiligheid van een kind. De verschillende zwemdiploma’s A, B en C zijn een indicatie voor de zwemvaardigheid. Met een A-diploma heeft iemand vaardigheden om in een zwembad zonder attracties te kunnen zwemmen. Met een C-diploma kan iemand veilig zwemmen in een zwembad met attracties of in buitenwater zonder stroming of grote golfslag. Dit staat gelijk aan de Nationale Norm Zwemveiligheid van de Nationale Raad Zwemveiligheid.
Onderzoek naar zwemvaardigheid
Wij onderzoeken bijvoorbeeld:
- het zwemdiplomabezit van kinderen in Nederland (tweejaarlijks);
- belemmeringen die ouders ervaren bij het organiseren van zwemles, bijvoorbeeld als ze geldzorgen, een vluchtverleden of een kind met een beperking hebben;
- ervaringen van zwemlesaanbieders, bijvoorbeeld over het aanbod van zwemlessen en de kennisontwikkeling van zwemonderwijzers;
- ontwikkelingen in het schoolzwemmen in het primair onderwijs en speciaal onderwijs;
- lokale manieren om zwemmen en zwemveiligheid te bevorderen, waaronder financiële steunregelingen voor ouders;
- ervaringen en opvattingen van de bevolking, bijvoorbeeld over de zwemveiligheid bij open water;
- zwemles voor kinderen met een beperking, ook in specifieke gemeenten, zoals Amsterdam;
- betaalbaarheid van zwemles voor ouders.
Onze expert
Bekijk ook
Bewegen in en om school
We volgen de ontwikkelingen in het bewegingsonderwijs, en breder op het gebied van sport en bewegen in en om school.
Buitenspelen
We doen onderzoek naar het buitenspeelgedrag van kinderen, hoe je dit kunt stimuleren, en hoe je hiervoor gericht beleid kunt maken.
Het jonge kind
Wij doen onderzoek naar sport en bewegen in de verschillende settingen waarin het jonge kind zich begeeft. Denk bijvoorbeeld aan de kinderopvang, thuisomgeving of publieke ruimte.