Ga naar de inhoud

​Niet-sporters wonen niet alleen in aandachtswijken

Voor sportdeelnamebeleid is het goed je te realiseren dat niet-sporters niet alleen in wijken met een lage sociaaleconomische status (SES) wonen. Beleid om sporten te stimuleren moet daarom, zo stellen onderzoekers van het Mulier Instituut, niet alleen op lage-SES-wijken gericht zijn.

Hardlopen

Sportdeelname in lage-SES-wijken niet lager, wel bij minder leefbare wijken

10 procent van de bevolking woont in wijken met de laagste SES. De sportdeelname blijkt daar niet lager te zijn dan in andere wijken. Wel wandelen en fietsen mensen daar minder vaak. Bij een indeling met aandacht voor leefbaarheid is wel een lagere sportdeelname zichtbaar in minder leefbare wijken.

Niet-sporters wonen verspreid

De meeste niet-sporters wonen niet in een wijk met een lage SES.

Veel (sportieve) jongeren in lage-SES-wijken

In de lage-SES-wijken wonen vaak meer mensen met een migratieachtergrond en mensen met een laag inkomen dan in andere wijken. Deze groepen sporten minder. Maar in die wijken wonen ook relatief veel jonge mensen, aangetrokken door lagere huren en woonlasten. Zij zijn, net als hun hoogopgeleide (jonge) afgestudeerde buurtgenoten, over het algemeen zeer sportief.

Berekening op basis van CBS-cijfers

Deze analyse is gebaseerd op de enquête CBS Vrijetijdsomnibus 2022 onder 2.420 respondenten van 18 tot 80 jaar.

Gerelateerd nieuws

Voortzetting fitnessaanbod voor mensen met een smalle beurs onzeker vanwege geldgebrek

Via het programma Fitness Loont kunnen mensen met een laag inkomen fitnessen. Fitnessaanbieders die aan een tweejarige pilot deelnamen, vinden het vrijwel allemaal lastig om financiering te vinden om het aanbod voort te zetten.

Sociale steun van mede-sporters is goed voor de mentale gezondheid

Hoe meer sociale steun sporters ervaren van mede-sporters, hoe beter hun mentale gezondheid is.

Een derde van de basisscholen voldoet niet aan wettelijke normen voor gymles

Een derde van de basisscholen voldoet niet aan de wettelijke norm van minimaal 90 minuten bewegingsonderwijs per week. Scholen wijten dit aan een tekort aan accommodatie en volle lesroosters.