Apps & Devices 2019

Gebruik van elektronische hulpmiddelen bij sport en bewegen

Auteurs: Remko van den Dool & Paul Hover

december 2019

 

1. Inleiding

De digitalisering van de persoonlijke levenssfeer rukt steeds verder op en heeft ook de sport bereikt. Uit ons onderzoek naar apps & devices in 2016 bleek dat veel Nederlanders informatie over hun sport- en beweeggedrag gebruiken door middel van een app op hun smartphone of smartwatch. Doorgaans zijn deze apps gratis en geven zij vooral informatie over het verloop van een activiteit en de lichamelijke conditie. Om te kunnen kiezen uit de grote hoeveelheid sportapps, is een beslistool ontwikkeld.

Mensen voor wie de informatie van de apps niet voldoet of geen smartphone hebben, kunnen devices kopen om te sporten en bewegen. Onder devices verstaan we specifieke elektronische hulpmiddelen/apparaatjes zoals activity trackers (polsbandje) en fietscomputers. Kopers kunnen uit meer dan 1.000 verschillende producten kiezen (website bol.com, september 2019). Veel devices zijn bedoeld voor een specifieke sport- of beweegactiviteit.

Dit websheet heeft betrekking op het gebruik van apps en devices voor sport en bewegen. Eerst bespreken we het algemene gebruik (2e deel) en de motieven om apps en devices te gebruiken (3e deel). Vervolgens maken we een onderscheid tussen apps (4e deel) en devices (5e deel) voor sport en bewegen. We bespreken voor elk de intenties, het gebruik en motieven om te stoppen en redenen om niet te gebruiken.

Dit is het tweede websheet over apps & devices (2019). De eerste meting vond plaats in het najaar van 2016. Het eerste websheet is hier te lezen.

2. Gebruik van apps & devices

6 miljoen gebruikers van apps & devices zijn vooral jong en wat hoger hoogopgeleid

In 2019 gebruikt 44 procent van de bevolking van 16 tot en met 79 jaar een app en/of device om te sporten en bewegen. Dat betekent een sterke groei in vergelijking met de meting uit 2016 (31%).

 

 

Naar achtergrondkenmerken valt op dat hoger opgeleiden vaker een app en/of device gebruikten dan lager opgeleiden en jongeren vaker dan ouderen. Van de mensen die niet aan sport doen, maar vermoedelijk wel bewegen, gebruikte 18 procent een app en/of device (niet in tabel). Van de mensen die sporten, is dat 51 procent. Het gebruik varieert sterk naar de sportfrequentie. Zo maakte van de intensieve sporters, mensen die 2 keer per week of vaker sporten, 64 procent van een elektronisch hulpmiddel gebruik. Uiteraard maakt ook de sporttak uit. Waar beoefenaars van sommigen sporttakken nauwelijks/geen hulpmiddelen benutten, heeft de grote meerderheid van de fietsers en hardlopers in de afgelopen 12 maanden wel een app en/of device benut. Ook wandelsporters en fitnessers gebruikten in meerderheid een hulpmiddel. Van de beoefenaars van overige sporten lag het gebruik op 47 procent. Deze sporttakken zijn overigens niet strak te scheiden; fietsers kunnen bijvoorbeeld ook fitness beoefenen.

 

Keuze type device of app
Van de gebruikers gebruikte bijna de helft alleen een device (48%; niet in tabel), een kwart alleen een app (26%) en een kwart zowel een device als een app (26%). Per saldo gebruikte dus 74 procent een device. De fietscomputer is de populairste device (28% in beide jaren). Het gebruik van een smartwatch en activity tracker is gegroeid met 9 procentpunten (tot 18 resp. 20% in 2019). 52 procent van de gebruikers gebruikte een app. Dit betekent overigens een relatieve afname (59% in 2016). Van alle sporters gebruikte 27 procent een app tegen 19 procent in 2016.
Naar sporttak zien we enkele verschillen (niet in tabel). Fietsers kozen vaker een fietscomputer (60%) dan een app (41%). Bij ouderen ouder dan 65 jaar was de fietscomputer het meest populair (51%). Dit hangt samen met de sportvoorkeuren van ouderen. Apps waren speciaal in trek bij hardlopers (59%), hoewel zij wel vaker dan in 2016 voor een sporthorloge kozen (41%).

 

Tabel 1. Gebruik apps en devices voor sport en bewegen in afgelopen 12 maanden, sporters in afgelopen 12 maanden en gebruikers van minimaal één product, 16-79 jaar (in procenten)
gebruikers 2019 sporters 2019 gebruikers 2016 sporters 2016
App 52 27 59 19
Fietscomputer 28 14 28 7
(Sport)horloge 20 11 19 5
Activity tracker 20 10 11 3
Smartwatch 18 10 9 2
GPS-apparaat 16 8 18 3
Geen gebruik 49 61

Bron: NSO voorjaar 2019 (Mulier Instituut).

3. Motieven gebruik

Inzicht in eigen prestaties dé reden gebruik elektronische hulpmiddelen

Voor het meest gebruikte hulpmiddel van een respondent is gevraagd naar de redenen van het gebruik. Inzicht in prestaties (73%) is het vaakst genoemd (zie tabel 2). Op de tweede plaats staat motivatie om (vaker) te sporten en bewegen (27%), gevolgd door ‘maakt sport en bewegen leuker’ (23%). De vergelijking van de eigen prestaties met die van anderen is voor 9 procent van de gebruikers belangrijk. Daarnaast noemden gebruikers andere redenen zoals contact onderhouden met andere sporters (1%) en als voorbereiding voor een sportwedstrijd of sportevenement (2%). 4 procent gebruikte de app of device om verantwoord (en blessurevrij) te kunnen sporten.

Ouderen noemden minder vaak de reden van ‘inzicht in prestaties’ in vergelijking met jongere gebruikers (niet in tabel). Gebruikers die alleen apps gebruikten, noemden minder vaak dat dit elektronisch hulpmiddel sporten leuk maakt.

Tabel 2. Motieven om meest gebruikte app of device te gebruiken (gebruikers in de afgelopen 12 maanden, in procenten), 16-79 jaar
2019 2016
1. Inzicht in eigen prestaties 73% 72%
2. Motivatie om (vaker) te sporten en bewegen 27% 24%
3. Maakt sporten en bewegen leuker 23% 26%
4. Vergelijking eigen prestaties met die van anderen 9% 10%
5. Verantwoord en blessurevrij sporten en bewegen 4% 5%
6. Voorbereiding sportwedstrijd of sportevenement 2% 5%
7. Contact onderhouden met andere sporters 1% 1%
8. Geen van bovenstaande 10% 11%

Bron: NSO voorjaar 2019 (Mulier Instituut).

 

Duursporters ‘zwaardere’ gebruikers

Veel gebruikers hebben dus behoefte aan inzicht in de eigen prestaties. Met name hardlopers geven dit aan, maar ook fietsers en wandelaars. Hoewel we niet weten voor welke sport een app of device wordt gebruikt, weten we wel dat dit motief vooral door mensen die een duursport beoefenen wordt gehanteerd. Mogelijk hebben veel beoefenaars van deze sporten behoefte aan vergelijking. Hetzij met zichzelf, bijvoorbeeld de andere keren dat zij een traject aflegden, hetzij met anderen die hetzelfde traject aflegden.

4. Apps: profiel gebruikers, intentie gebruik, reden geen gebruik, stopmotief

Apps zijn belangrijk bij het sporten en bewegen. Daarom besteden we speciale aandacht aan apps. We bespreken het algemene gebruik, de populairste apps, de intentie om eventueel een app te gebruiken en de redenen waarom mensen met apps zijn gestopt. In het volgende hoofdstuk besteden we op dezelfde wijze aandacht aan devices.

 

Gebruik apps bij sporten en bewegen

Van de bevolking van 16-79 jaar heeft 63 procent nog nooit een app gebruikt bij het sporten en bewegen (69% in 2016; niet in figuur). In het afgelopen jaar heeft 23 procent een app gebruikt (18% in 2016). Vooral jongeren en hoger opgeleiden gebruikten apps om te sporten en bewegen. Het gebruik hangt samen met de sport- en beweegdeelname van de specifieke groep. Groepen die minder sporten zoals lager opgeleiden en ouderen gebruiken ook minder apps en devices.

14 procent van de bevolking heeft in het afgelopen jaar geen app gebruikt, maar eerder wel bij het sporten en bewegen (was 12%). Vooral hardlopers en fietsers gebruikten eerder een app, maar in het afgelopen jaar niet meer.

Populariteit apps

Sinds de meting van 2016 is de populariteit van de meeste apps afgenomen. De app Samsung Health, die voor sport- en beweeginformatie wordt gebruikt, is als enige app vaker genoemd (in 2019 door 11% spontaan genoemd, was niet voorgecodeerd). De populairste app onder sporters is op dit moment Runkeeper (18%). Endomondo wordt in 2019 nauwelijks meer gebruikt (1%, in 2016 9%; niet in tabel).

Appgebruikers 2019 2016
1. Runkeeper 18% 24%
2. Samsung Health (nacodering) 11%
3. Strava 10% 11%
4. Runtastic 6% 9%
5. Looptijden 4% 8%
6. Overig 31% 40%

Bron: NSO voorjaar 2019 (Mulier Instituut).

 

Intentie gebruik app en reden om geen app te gebruiken

De intentie om een app te gebruiken bij mensen die nog nooit een app voor sporten en bewegen hebben gebruikt is laag (6% zeker of waarschijnlijk wel). Onder de sporters is deze intentie wat groter (17%). Een deel van de Nederlanders gebruikte niet in het afgelopen jaar, maar eerder wel een app om te sporten en bewegen (14%). Van hen had ongeveer de helft de intentie om weer een app te gebruiken.

Redenen voor sporters (in afgelopen 12 maanden) die nog nooit app gebruikt hebben zijn:

  1. Sluit niet aan op beleving van sport (30%; 29% in 2016)
  2. Sporten met smartphone vervelend (26%; 22% in 2016)
  3. App past niet bij beoefende sport(en) (17%; 20% in 2016)
  4. Oninteressante informatie (16%; 17% in 2016)
  5. Te prestatiegericht (13%; zelfde als 2016)

Minder vaak genoemde redenen zijn: sport weinig, gebruik te complex, financiële reden, gebruik ander apparaat.

Redenen om te stoppen met app:

  1. Oninteressante informatie (20%; 5% in 2016)
  2. Gestopt met sporten of sport minder (19%; 26% in 2016)
  3. Sporten met smartphone is vervelend (19%; 21% in 2016)
  4. Sluit niet aan bij beleving van sport (14%; 22% in 2016)
  5. Andere sport beoefenen (9%; 8% in 2016)
  6. Te prestatiegericht (8%; 11% in 2016).

5. Devices: profiel gebruikers, intentie gebruik, reden geen gebruik, stopmotief

We bespreken het algemene gebruik, de intentie om een device te gebruiken en de redenen waarom mensen gestopt zijn met devices. In 2016 hebben we geen speciale vragen over devices gesteld. Een vergelijking met deze meting is daarom niet mogelijk.

Gebruik devices bij sport en bewegen

Een derde van de bevolking gebruikte een device (33%). Van de gebruikers van apps en devices gebruikte 74 procent een device. Dit betreft dan een fietscomputer, sporthorloge, activity tracker, smartwatch of een gps-apparaat.

Het gebruik hangt vooral samen met de sportfrequentie. Van de sporters die niet of weinig sporten, tot 12 keer per jaar, gebruikte 19 procent een device en van de sporters die 2 keer per week of vaker sporten, gebruikte 49 procent een device. Met name fietsers (71%) gebruikten een device. Dit heeft ongetwijfeld te maken met het gegeven dat bij nieuwe fietsen vaak al een device is bijgeleverd. Naar leeftijd zien we dat jongeren vaker een device gebruikten, maar dat het verschil tussen jong en oud minder groot is dan bij apps.

 

Intentie gebruik device en reden om geen device te gebruiken

De intentie van mensen die niet eerder een device voor sporten en bewegen hebben gebruikt, om een dergelijk apparaat te gebruiken is laag (7% waarschijnlijk of zeker wel). Onder sporters in de afgelopen 12 maanden is dat nauwelijks hoger (12%). Ongeveer 6 procent heeft niet in het afgelopen jaar, maar wel eerder een device om te sporten en bewegen gebruikt. Ongeveer twee vijfde van hen overweegt opnieuw een device te gaan gebruiken.

De belangrijkste redenen van sporters die niet eerder een device gebruikten, zijn:

  • Sluit niet aan bij beleving van sport (30%)
  • Sporten met device vervelend (18%)
  • Oninteressante informatie (17%)
  • Past niet bij beoefende sport(en) (17%)
  • Gebruikt apps (13%)
  • Financiële reden (12%)
  • Sport niet/weinig (11%)
  • Te prestatiegericht (11%)
  • Gebruik te complex (5%)

Redenen stoppen met device:

  • Gestopt met sporten of sport minder (16%)
  • Andere sport gaan doen (11%)
  • Te prestatiegericht (11%)
  • Sluit niet aan bij beleving sport (10%)
  • Oninteressante informatie (8%)
  • Sporten met device vervelend (7%)
  • Gebruik te complex (6%)
  • Kapot gegaan (nacodering) (5%)

 

6. Betekenis uitkomsten

Een steeds groter deel van de Nederlanders van 16 tot en met 79 jaar gebruikt een app of device om te sporten en bewegen. In 2016 betrof dat 31 procent en in 2019 44 procent. Van de sporters gebruikt ongeveer de helft een app en/of een device (51%).

Van de gebruikers van elektronische hulpmiddelen om te sporten en bewegen gebruikte 52 procent een app en 74 procent een device. Per device is het gebruik als volgt verdeeld: fietscomputer (28%), sporthorloge (20%), activity tracker (20%), smartwatch (18%) en gps-apparaat (16%). 14 procent van de bevolking heeft eerder een app gebruikt en 6 procent eerder een device om te sporten en bewegen.

In ons onderzoek blijkt inzicht krijgen in de eigen prestaties (73%) het meest genoemde motief om apps en devices bij sporten en bewegen te gebruiken. Andere motieven zijn (vaker) sporten en bewegen (27%), maakt sporten en bewegen leuker (23%) en vergelijking met anderen (9%). Deze motieven passen grotendeels bij sporters die alleen sporten. Van den Dool (2019) laat zien dat met name duursporters, zoals hardlopers en fietsers, dit vaker doen. Ons onderzoek geeft aan dat deze groep sporters vaker elektronische hulpmiddelen gebruikt. Door alleen te sporten is geen directe vergelijking met een ander mogelijk en kan de behoefte bestaan om een app of een device te gebruiken voor informatie over de eigen prestaties. De apps en devices lijken daarmee te passen bij de trend van individualisering van de sport (Van den Dool, 2017).

Citeren & verantwoording

Dool, R. van den, Hover, P. (2019). Apps & Devices 2019. Gebruik van elektronische hulpmiddelen bij sporten en bewegen. Websheet 2019/4. Utrecht: Mulier Instituut.

De gegevens zijn afkomstig uit het Nationaal Sportonderzoek 2019 (juni). Hiervoor heeft Ipsos/GfK ruim 1.500 Nederlanders van 16 tot en met 79 jaar ondervraagd in hun internetpanel. Het veldwerk vond in juni plaats.

Referenties

Dool, R. van den, Hover, P., Vos, S. (2017). Apps & Devices 2016. Gebruik van elektronische hulpmiddelen bij sporten en bewegen. Websheet 2016/1. Utrecht: Mulier Instituut.

Dool, R. van den, (2017). Ontwikkeling sportdeelname naar sporttakken: factsheet 2017/14. Utrecht: Mulier Instituut.

Dool, R. van den, (2019). Zonder anderen sporten en bewegen neemt toe. Utrecht: Mulier Instituut.