Tarief- en exploitatievergelijkingen sportaccommodaties

Het overgrote deel van het gemeentelijk budget gaat op aan het bouwen en exploiteren van sportaccommodaties. Maar ook voor de gebruiker van de sportaccommodaties is een belangrijk deel van de uitgaven gerelateerd aan het huren van deze sportaccommodaties. De kosten van de sportaccommodatie worden dus verdeeld over de gemeente en de gebruiker. Deze verdeling van kosten is alleen allesbehalve uniform. De verdeling van de lasten verschilt per gemeente, per (type) accommodatie en per huurder.

Om inzicht te krijgen in de wijze waarop de sportaccommodaties in gemeenten geëxploiteerd worden, voert het Mulier Instituut exploitatievergelijkingen uit. In deze studies wordt onder meer antwoord gegeven op de vragen:

  • Hoe is de exploitatie van sportpark, sporthal of zwembad vormgegeven?
  • Welke tarieven worden gehanteerd en waar zijn deze op gebaseerd?
  • Hoe verhouden deze tarieven zich tot elkaar?
  • In welke mate worden de gemaakte kosten gedekt door inkomsten uit verhuur?
  • Is dit alles in lijn in met het geformuleerde sport- en accommodatiebeleid?

In dergelijke studies worden de landelijke ontwikkelingen als het gaat om tarieven en exploitatiemethoden meegenomen zodat gemeenten en/of exploitatiestichtingen weten hoe hun aanpak zich verhoudt tot andere vergelijkbare gemeenten.

Uitgelicht

Wat kost sport in de B5?

Een intergemeentelijke vergelijking van tarieven sportaccommodaties en sportbegrotingen in de vijf grootste Brabantse gemeenten (B5).

 

Uitgelicht

Een veld voor de helft

Over sociale tarieven en subsidies: een tarieven- en subsidievergelijking vanuit verenigingsperspectief voor Brabant Stad.