Monitoring sportakkoord: duurzame sportinfrastructuur

Duurzame sportinfrastructuur is een van de zes thema’s in het Nationaal Sportakkoord: Sport Verenigt Nederland. Binnen dit deelakkoord is de ambitie om een functionele en duurzame sportinfrastructuur te realiseren door de exploitatie van sportaccommodaties en de beweegvriendelijkheid van de openbare ruimte te verbeteren en sportaccommodaties te verduurzamen.

Ten behoeve van de monitoring van dit deelakkoord voert het Mulier Instituut de volgende activiteiten uit:

  • Beheer Database SportAanbod om de kennis over sportaccommodaties te vergroten en ontwikkelingen in het landschap van sportaccommodaties in Nederland te volgen.
  • Nulmeting energetische waarde van sportaccommodaties: locatiebezoeken om de kenmerken van sportaccommodaties op te nemen en te koppelen aan het energieverbruik van die specifieke sportaccommodatie. Daarnaast worden energiescans opgevraagd van het energieverbruik van specifieke sportaccommodaties. Op basis van deze gegevens wordt een model ontwikkeld waarmee het energieverbruik van diverse typen sportaccommodaties kan worden geraamd.
  • Verkrijgen van inzicht in de aanwezigheid van kunstgrasvelden en de geplande vervanging van de toplagen. Dit geldt niet alleen voor voetbalvelden, maar ook voor andere velden met kunstvezels, zoals velden voor hockey, korfbal en tennis.
  • Onderzoek naar exploitatievormen sportaccommodaties: voor onderzoek en benchmarking komt er een overzicht van de exploitatievormen van sportaccommodaties in Nederland. Op dit moment ontbreekt informatie over de wijze waarop exploitatie van sportaccommodaties wordt vormgegeven en de mogelijkheden die te verbeteren.
  • Opstellen van jaarrapporten en brancherapport sportaccommodaties voor monitoring op het thema sportaccommodaties. Daarbij moet helder zijn wat de betekenis is van de overheidsuitgaven op dit thema en waar ondersteuning nodig is om zo eventueel te kunnen besluiten tot bijstelling van beleid.
  • Monitoring multibespeelbare velden: er wordt gekeken naar ontwikkelingen in de normering van bestaande sportvelden en de mate waarin het mogelijk wordt voor meerdere sporten om wedstrijden op hetzelfde veld te spelen.
  • Doorontwikkeling van de Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving (KBO) tot een instrument dat niet alleen vergelijking tussen gemeenten mogelijk maakt, maar ook door de tijd heen de ontwikkeling binnen een gemeente in beeld kan brengen.
  • Literatuurstudie effectieve maatregelen in de openbare ruimte, waarin de bestaande bewijskracht in kaart wordt gebracht van werkzame elementen uit maatregelen en interventies die bijdragen aan een beweegvriendelijke omgeving.
  • Analyse van omgevingsvisies: om te bezien in welke mate sport en bewegen onderdeel zijn van de vastgestelde omgevingsvisies en op welke wijze sport en bewegen daar dan een rol in hebben wordt een inhoudelijke analyse van de omgevingsvisies uitgevoerd.
Uitgelicht

Ruimte-instrument

Hebben we als gemeente voldoende accommodaties? Gegeven demografische veranderingen, waar gaan zich tekorten voordoen? Biedt kunstgras (voldoende) soelaas? Voor een snel en adequaat inzicht in de (toekomstige) behoefte aan sportaccommodaties heeft het MI een ruimte-instrument ontwikkeld.

Uitgelicht

Sportaccommodaties in Nederland

Negen van de tien Nederlanders kunnen binnen een straal van 3 kilometer voetballen, tennissen, fitnessen en/of een zaalsport beoefenen. Drie kwart van de Nederlanders vindt binnen die straal een zwembad. Gemiddeld ligt de dichtstbijzijnde sportaccommodatie op minder dan 800 meter van de eigen woning. Dit blijkt uit het brancherapport Sportaccommodaties in Nederland dat zicht biedt op het landschap van de sportaccommodaties in Nederland.