Ga naar de inhoud

Veel gemeenten stimuleren fietsen, maar alleen campagnes zijn niet genoeg

Ruim drie kwart van de Nederlandse gemeenten zet zich in om fietsen te stimuleren. Dat doen ze vooral via campagnes, vooral gericht op oudere inwoners. Maar om mensen structureel aan het fietsen te krijgen, is meer nodig dan alleen campagnes. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.

Het merendeel van de gemeenten (64%) richt zich bij het stimuleren van fietsen op mensen van 65 jaar en ouder. Ongeveer twee op de vijf richten zich (ook) op mensen met een migratieachtergrond (42%) of op kinderen van 4-11 jaar (37%).

Fietsstimulering vooral via campagnes

Drie kwart van de gemeenten die fietsen stimuleren, doet dit via voorlichtingen en/of (veiligheids)campagnes – in combinatie met een of meerdere andere maatregelen (78%). Ze werken hierbij samen met verschillende organisaties, zoals:

  • welzijnsinstellingen (53%);
  • fietsenmakers (37%);
  • sportbedrijven (42%);
  • scholen (37%).

Campagnes zijn vaak niet genoeg

Campagnes, zoals voorlichtingsacties of promotieacties, zijn meestal niet voldoende om mensen structureel vaker te laten fietsen. Evaluaties van eerdere campagnes lieten geen blijvend effect zien. Het is daarom belangrijk om in te zetten op een brede aanpak. Campagnes kunnen daar wel onderdeel van zijn. Samenwerking tussen verschillende beleidsdomeinen van de gemeente is bij zo’n aanpak cruciaal.

Aanbevelingen voor toekomstig beleid

In ons rapport geven we de volgende handvatten voor beleidsambtenaren:

  • Zet in op een integrale aanpak: betrek meerdere beleidsdomeinen bij fietsstimulering. Zoals infrastructuur, verkeersveiligheid, inclusie en gezondheid.
  • Maak geen los beleid voor de e-bike, maar zie deze als onderdeel van het totale mobiliteitsbeleid.
  • Besteed aandacht aan jonge kinderen, jongeren en andere kwetsbare groepen. Investeer in hun fietsvaardigheden en zelfstandigheid, zodat ze vertrouwen en routine opbouwen en een leven lang gaan fietsen.
  • Investeer in onderzoek en monitoring om te weten wat werkt. Zo krijg je inzicht in succesvolle aanpakken en kun je beleid gericht verbeteren.

Vragenlijst onder Nederlandse gemeenten

Voor dit onderzoek hebben we in 2024 een vragenlijst uitgezet onder beleidsambtenaren van gemeenten. Dit deden we via het panel van de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG). 95 gemeenten vulden de vragenlijst in.

Meer nieuws over dit thema

In 2050 sporten Nederlanders naar verwachting iets meer

Het deel van de volwassenen in Nederland dat wekelijks sport, stijgt naar verwachting van 52,7 procent in 2023 naar 56,5 procent in 2050. Dat komt vooral door een andere samenstelling van de bevolking. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder Nederlanders van 25-75 jaar.

Een ‘echte sporter’ worden: geleidelijk proces met grote rol voor ouders, partner en werk

Mensen die veel sporten, deden dat in hun kindertijd vaak ook al. De rol van de ouders is daarbij belangrijk. Maar ook sportieve voorbeelden tijdens de volwassenheid spelen een rol. Deze ‘sportsocialisatie’ is een geleidelijk proces. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder volwassen Nederlanders.

Voortgang Sportakkoord II: inclusie en bewegende jeugd nog niet de norm, maar de basis ligt er 

Het merendeel van de gemeenten realiseert de randvoorwaarden die nodig zijn voor de ambities van Sportakkoord II. De partners pakken hun rol op om te komen tot meer inclusie en sociaal diverse sportomgevingen. Dat blijkt uit het voortgangsrapport van het Mulier Instituut.