Ga naar de inhoud

Lokale invulling BRC zorgt voor uiteenlopende opbrengsten

Functionarissen die gemeenten inzetten vanuit de Brede Regeling Combinatiefuncties (BRC), zorgen voor allerlei opbrengsten. In vrijwel alle gemeenten werken ze aan de drie ambities van de BRC: meedoen (96%), sterke aanbieders (92%) en sterke verbindingen (86%). Maar door verschillen in de lokale invulling lopen de opbrengsten soms sterk uiteen. Dat blijkt uit de Monitor Brede Regeling Combinatiefuncties 2024 van het Mulier Instituut.

Handen bij elkaar

Gemeenteambtenaren zijn bijvoorbeeld trots op deze resultaten:

  • laagdrempelig sport- en cultuuraanbod voor kinderen en kwetsbare groepen;
  • professionalisering en samenwerking van aanbieders;
  • verbinding met zorg, welzijn en onderwijs voor duurzame impact.

Alle gemeenten doen mee aan de BRC

In 2024 namen alle 342 Nederlandse gemeenten deel aan de BRC. Van daaruit zijn bijna 6.000 functionarissen actief, samen goed voor 3.185 fte. Dit is net iets minder dan in de afgelopen jaren. Binnen de BRC zijn er zes functieprofielen. De buurtsportcoach komt het meest voor (45% van alle BRC-functionarissen).

BRC-functionarissen leggen verbindingen en richten zich op verschillende groepen

BRC-functionarissen verbinden domeinen, om meer mensen te laten meedoen aan sporten, bewegen of cultuur. In bijna alle gemeenten (99%) verbinden ze sport of cultuur met het basisonderwijs en met sportaanbieders. Ook leggen ze in de meeste gemeenten een verbinding met welzijn (95%), gezondheidszorg (95%) en de buurt (93%).

Gemeenten zetten BRC-functionarissen in voor allerlei groepen mensen. In veel gevallen bijvoorbeeld voor kinderen (94%), jongeren (84%) of mensen met een beperking (82%). Bij zowel verbindingen als doelgroepen zijn er wel duidelijke verschillen per profiel. 

Monitor Brede Regeling Combinatiefuncties

Sinds 2019 monitort het Mulier Instituut de BRC, met steun van het ministerie van VWS. Hiervoor zetten we een vragenlijst uit onder alle deelnemende gemeenten. We voeren deze monitor jaarlijks uit om een beeld te krijgen van hoe gemeenten de beschikbare middelen lokaal inzetten. En wat de resultaten daarvan zijn.

Meer nieuws over dit thema

Voortgang Sportakkoord II: inclusie en bewegende jeugd nog niet de norm, maar de basis ligt er 

Het merendeel van de gemeenten realiseert de randvoorwaarden die nodig zijn voor de ambities van Sportakkoord II. Dat blijkt uit uit het voortgangsrapport van het Mulier Instituut.

Sport en bewegen, onderwijs en kinderopvang zien kansen om beweegprofessionals breder in te zetten

Partijen uit het werkveld sport en bewegen, primair onderwijs en kinderopvang slaan de handen ineen. Ze zien concrete kansen om beweegprofessionals breder in te zetten. Zo kunnen personeelstekorten in onderwijs en kinderopvang worden verlicht. Tegelijkertijd ontstaat meer uitzicht op aantrekkelijke functies voor deze beroepsgroep.

Oratie Remco Hoekman: om sociale ongelijkheid in sport te dempen, moet overheid meer maatwerk leveren

Overheidsbeleid om meer mensen aan het sporten te krijgen, werkt helaas niet voor iedereen. Dat komt onder meer omdat 75 procent van de gemeentelijke gelden naar accommodaties gaat, zonder daarmee echt te sturen op sportstimulering.