Ga naar de inhoud

Structurele aanpak nodig om kinderen meer te laten bewegen op de kinderopvang

Het thema bewegen heeft volgens professionals vaak geen structurele plek in de kinderopvang. Dat is wel nodig om kinderen daar meer te laten bewegen. Dit kan door het thema een prominente plek in het beleid van de kinderopvang te geven. Of door professionals meer kennis en vaardigeden te geven over bewegen. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder professionals in de kinderopvang.

Kinderopvang

Prominente plek voor bewegen in het beleid

Bewegen is in veel gevallen wel onderdeel van het beleid van de kinderopvang. Maar het ontbreekt vaak aan structurele beweegstimulering. Bewegen kan een structurelere plek krijgen binnen de kinderopvang door:

  • bewegen een prominente plek te geven in het beleid en de visie;
  • concrete doelen te formuleren;
  • professionals in de kinderopvang hierbij te betrekken.

Investeer in professionalisering

Professionals in de kinderopvang ervaren een gebrek aan kennis en vaardigheden om bewegen te stimuleren bij kinderen. Hun kennis en vaardigheden vergroten helpt om kinderen structureel (meer) te laten bewegen op de kinderopvang. Dit kan bijvoorbeeld door scholing over:

  • het belang van bewegen;
  • het stimuleren van bewegen;
  • het beweegadvies.

Interviews met professionals in de kinderopvang

Voor dit onderzoek hebben we interviews gehouden met twaalf professionals in de kinderopvang (kinderdagverblijf en gastouderopvang). We hebben de deelnemers gevraagd wat zij doen om jonge kinderen te stimuleren (meer) te bewegen. En welke behoeften zij nog hebben op dat gebied. Ook hebben we gevraagd of ze bekend waren met het beweegadvies.

Verdiepend onderzoek nodig

De deelnemers aan dit onderzoek hebben mogelijk meer affiniteit met bewegen dan de gemiddelde professional. Verdiepend onderzoek met een representatieve onderzoeksgroep zou meer inzicht geven.

Meer nieuws over dit thema

Veel gemeenten stimuleren fietsen, maar alleen campagnes zijn niet genoeg

Ruim drie kwart van de Nederlandse gemeenten zet zich in om fietsen te stimuleren. Dat doen ze vooral via campagnes, vooral gericht op oudere inwoners. Maar om mensen structureel aan het fietsen te krijgen, is meer nodig dan alleen campagnes.

In 2050 sporten Nederlanders naar verwachting iets meer

Het deel van de volwassenen in Nederland dat wekelijks sport, stijgt naar verwachting van 52,7 procent in 2023 naar 56,5 procent in 2050. Dat komt vooral door een andere samenstelling van de bevolking. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder Nederlanders van 25-75 jaar.

Een ‘echte sporter’ worden: geleidelijk proces met grote rol voor ouders, partner en werk

Mensen die veel sporten, deden dat in hun kindertijd vaak ook al. De rol van de ouders is daarbij belangrijk. Maar ook sportieve voorbeelden tijdens de volwassenheid spelen een rol. Deze ‘sportsocialisatie’ is een geleidelijk proces. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder volwassen Nederlanders.