Nederlander zwemt vaker tijdens vakanties, maar minder vaak op andere momenten
14 mei 2020
Vijf op de zes Nederlanders gaf in 2019 aan te zwemmen tijdens vakanties. In 2008 was dit het geval bij vier op de zes Nederlanders. Het aantal Nederlanders dat zwemt bij mooi weer wijkt in 2019 niet af ten opzichte van 2008. Ongeveer 45 procent van de respondenten zwemt bij mooi weer. Wel is er een fors verschil te zien in de Nederlanders die (ook) op andere momenten zwemmen. Hier is een daling te zien van 75 procent van de respondenten in 2008 naar 40 procent van de respondenten in 2019.
Dit blijkt uit een vergelijking die het Mulier Instituut heeft gemaakt op basis van het Nationaal Sportonderzoek 2008-2019. In andere trends en ontwikkelingen zijn weinig grote verschuivingen te zien:
- Ongeveer 90 procent van de respondenten ziet een zwembad als basisvoorziening in de gemeente;
- 15 procent van de respondenten vindt zwemdiploma-C noodzakelijk om veilig te kunnen zwemmen;
- Ongeveer 10 procent van de respondenten voelt zich snel onveilig in het water. Ouderen voelen zich vaker onveilig dan andere leeftijdsgroepen;
- Respondenten vinden dat ouders het meest verantwoordelijk zijn voor de zwemveiligheid van hun kind.
Klik hier voor het Factsheet: ‘Zwemmen en zwemveiligheid’.
Dit onderzoek is onderdeel van kennisproject NL Zwemveilig, gecoördineerd door de Nationale Raad Zwemveiligheid. Klik hier voor meer informatie over NL Zwemveilig.
Neem voor meer informatie contact op met Corry Floor.