Deel buurtsportcoaches heeft te weinig tijd voor mensen met een beperking
Twee op de vijf buurtsportcoaches hebben meer uren nodig voor mensen met een beperking. Ze zien kansen om meer mensen met een beperking toe te leiden naar sport- en beweegaanbod, maar ervaren te weinig tijd om die kansen te benutten. Dat blijkt uit een peiling van het Mulier Instituut.
Meesten hebben maximaal één dag per week
Een ruime helft (58%) heeft één werkdag of minder per week beschikbaar voor mensen met een beperking. Anderen werken voor meerdere gemeenten en komen daardoor niet toe aan alle taken. Een klein deel van de buurtsportcoaches (15%) heeft meer dan drie werkdagen (25 of meer uur) per week beschikbaar voor mensen met een beperking.
Kwart verwacht meer uren te krijgen
In 2022 heeft het Rijk nieuwe bestuurlijke afspraken gemaakt, waaronder Sportakkoord II. Naar aanleiding daarvan verwacht een kwart van de buurtsportcoaches (24%) meer uren voor mensen met een beperking te krijgen.
Samenwerking met zorgsector als succesfactor
Evenals in 2020 vinden buurtsportcoaches het soms nog lastig om mensen met een beperking te bereiken. Samenwerken met de zorgsector kan dit makkelijker maken. Buurtsportcoaches zien deze samenwerking als een succesfactor in hun gemeente. Volgens sommige buurtsportcoaches kan deze samenwerking beter.
Het is van belang dat organisaties uit de zorgsector aandacht besteden aan sport en bewegen. En dat ze bekend zijn met de hulp die een buurtsportcoach hierbij kan bieden.
Peiling onder 67 buurtsportcoaches
Deze resultaten zijn gebaseerd op een peiling uit juni en juli 2023. 67 buurtsportcoaches die zich inzetten voor sport en bewegen voor mensen met een beperking vulden de vragenlijst in.
Meer nieuws over dit thema
Oratie Remco Hoekman: om sociale ongelijkheid in sport te dempen, moet overheid meer maatwerk leveren
Overheidsbeleid om meer mensen aan het sporten te krijgen, werkt helaas niet voor iedereen. Dat komt onder meer omdat 75 procent van de gemeentelijke gelden naar accommodaties gaat, zonder daarmee echt te sturen op sportstimulering.
Kinderen met een beperking sporten minder dan kinderen zonder beperking
Kinderen met een beperking of aandoening sporten minder vaak dan kinderen zonder beperking. Ook spelen ze minder vaak buiten. Bij creatieve en kunstzinnige activiteiten zijn de verschillen klein. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut en het RIVM.
Openbare ruimte nog niet altijd toegankelijk voor wandelaars met een beperking
Wandelen in de openbare ruimte gaat voor mensen met een beperking nog niet zonder belemmeringen. Zij komen nog verschillende obstakels tegen. Gemeenten worstelen met de opgave om de openbare ruimte toegankelijker te maken.