Contributie sportvereniging in de stad 30 procent hoger dan op platteland
11 januari 2018
Tussen de contributies bij sportverenigingen in (zeer sterk) stedelijke gebieden en niet-stedelijke gebieden bestaan aanmerkelijke verschillen. Verenigingssporters betalen in niet-stedelijke gebieden gemiddeld 30 procent minder contributie dan in zeer sterk stedelijke gebieden. Aannemelijk is dat de hogere grondprijs in stedelijke gebieden wordt doorberekend in de huur die verenigingen betalen. Verenigingen vertalen deze hogere huur in een hogere contributie. Het verschil is het grootst bij tennisverenigingen. Die vragen gemiddeld 50 procent minder contributie in niet-stedelijke gebieden.
Dit blijkt uit de Contributiemonitor van het Mulier Instituut en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Met de Contributiemonitor worden de contributies van sportverenigingen, en de toegangsprijzen van zwembaden en ijsbanen in Nederland, in kaart gebracht. In de Contributiemonitor 2016/2017 zijn de contributiegegevens van 2.750 verenigingen in zes verschillende sporten geanalyseerd (voetbal, tennis, hockey, atletiek, volleybal en handbal) en zijn de entreegelden van 131 zwembaden en 22 ijsbanen geregistreerd.
Enkele andere belangrijke uitkomsten uit de Contributiemonitor:
- Voor een jaarlidmaatschap bij een hockeyvereniging betalen zowel volwassenen (281 euro) als jeugdleden (255 euro) de meeste contributie. De contributie voor een tennis- (139 euro) en atletiekvereniging (172 euro) is gemiddeld het laagst. De gemiddelde contributie voor een sportvereniging in het seizoen 2016-2017 varieert van 139 euro tot 281 euro voor volwassenen en van 78 euro tot 255 euro voor jeugdleden.
- De contributies voor jeugdleden zijn over het algemeen substantieel lager (gemiddeld 22%) dan voor volwassenen, al zitten tussen sporten en verenigingen grote verschillen. Bij atletiek- en hockeyverenigingen bedraagt het verschil in de contributie tussen senioren en junioren gemiddeld ongeveer 25 euro, bij handbal, tennis en volleybal 50 euro.
- Sportverenigingen in krimp- en anticipeergebieden hebben gemiddeld een lagere contributie dan sportverenigingen in overige gebieden. Bij atletiek-, hockey-, tennis- en voetbalverenigingen is de contributie in anticipeergebieden ongeveer 20 procent lager.
- Volwassenen betalen voor een toegangskaartje bij zwembaden gemiddeld bijna 5 euro en voor ijsbanen gemiddeld ruim 7 euro.
Voor volgend seizoen worden aan de Contributiemonitor nieuwe sporten (basketbal, korfbal en rugby) toegevoegd. Het streven is om op termijn tot een samengestelde contributie-index te komen door contributiehoogtes bij verschillende takken van sport te combineren.
Klik hier om de Contributiemonitor te downloaden (pdf)
Neem voor meer informatie contact op met Arjen Davids (Mulier Instituut) of Jelle Schoemaker (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen).