Blog – De kracht van de glimlach tijdens de gymles
Als vakdocent bewegingsonderwijs ben ik blij als mijn leerlingen blij zijn: kinderen die blij worden van bewegen, zullen namelijk altijd makkelijker blijven bewegen. Maar hoe zorg ik voor die glimlach bij al mijn leerlingen? Ik richt mijn lessen zo in dat iedereen het leuk en uitdagend vindt, op zijn eigen niveau kan bewegen, samen kan werken met klasgenootjes en zijn eigen grote of kleine successen beleeft. Soms neem ik tussen alle chaos door de tijd om mijn les vanaf de zijlijn te bekijken. Dan besef ik hoe belangrijk het is dat leren bewegen voor kinderen gepaard gaat met het beleven van plezier daarvan. Zeker in deze tijden waar het zitgedrag van kinderen toeneemt en de motorische vaardigheden juist afnemen. Dan besef ik dat ik, als vakleerkracht bewegingsonderwijs, een belangrijke bijdrage kan leveren aan een actieve leefstijl. Bijvoorbeeld als leerlingen naar mij toe komen om te vertellen dat zij door de clinics in mijn gymles aan een nieuwe sport zijn begonnen.
Desondanks wordt de gymles door velen nog steeds gezien als het minst belangrijke vak op school: lekker een uurtje wc-tikkertje, monopoly-trefbal, of met een beetje geluk naar buiten voor een potje slagbal. Maar de lessen bewegingsonderwijs zijn veel meer dan alleen een uur gevuld met leuke spelletjes. Allereerst kan bewegingsonderwijs eraan bijdragen dat kinderen beter leren bewegen, ik draag gedurende hun hele basisschooltijd bij aan het verbeteren van hun motorische vaardigheden. Dat doe ik door het geven van vakinhoudelijke lessen met een methodische opbouw. Daarnaast kan de gymles ervoor zorgen dat leerlingen bewegen leuk(er) gaan vinden, wat voor mij als vakdocent altijd voorop staat. Ik vind het belangrijk dat mijn lessen aansluiten bij de verschillende niveaus van mijn leerlingen. Hiervoor gebruik ik bijvoorbeeld mediakaarten waarop een koprol op drie verschillende niveaus (groene, rode en zwarte piste) uitgevoerd kan worden. Dit zorgt voor succesbeleving en plezier bij alle leerlingen. Dit wederom zorgt ervoor dat zij een grotere kans hebben om ook op latere leeftijd in andere contexten dan de gymzaal te bewegen. Ook kunnen de lessen bewegingsonderwijs ervoor zorgen dat leerlingen (beter) leren samenwerken. Dit doe ik bijvoorbeeld door het toepassen van de Groene Spelen in mijn lessen. Daarbij draait het niet om winnen of verliezen maar om inspanning van alle leerlingen, samenwerken, en het bereiken van een gemeenschappelijk doel. Tot slot vergroot bewegingsonderwijs de kans dat elk kind minimaal één sport of activiteit vindt die het leuk vindt, ik zorg namelijk in de lessen voor een breed sport- en beweegaanbod. Op deze manier worden zij bekwaam om deel te nemen aan allerlei andere vormen van bewegen, zoals sporten bij een sportvereniging of spelen op het schoolplein en in de wijk.
Om kwalitatief goede lessen bewegingsonderwijs te geven, is de organisatie ervan ook een belangrijk punt. Ten eerste is minimaal twee uur per week bewegingsonderwijs van groot belang. Dit gaat de goede kant op in Nederland, omdat de Tweede Kamer onlangs een wetsvoorstel aangenomen heeft die basisscholen verplicht om minimaal twee uur per week bewegingsonderwijs aan te bieden. Uit dit wetsvoorstel en verschillende onderzoeken blijkt namelijk dat de fitheid van kinderen kan verbeteren wanneer zij wekelijks meer minuten bewegingsonderwijs krijgen aangeboden. Hiervoor is wel een zekere mate van intensiteit nodig. Daarnaast kan meer minuten bewegingsonderwijs zorgen voor de voorkoming van (verdere) motorische achterstanden en het verlagen van de werkdruk bij de groepsdocenten. Ten tweede is het belangrijk dat de inhoud van de lessen van goede kwaliteit is. Hier komt de vakdocent bewegingsonderwijs om de hoek kijken. Schoolleiders beoordelen de kwaliteit van bewegingsonderwijs gegeven door een vakdocent hoger dan bewegingsonderwijs gegeven door een groepsdocent. De kwaliteit van deze vakdocent draagt voor een belangrijk deel bij aan de missie van het vak bewegingsonderwijs op de basisschool: kinderen leren een leven lang met plezier te bewegen.
Als ik vanaf de zijlijn kijk en mijn leerlingen zie met een glimlach op hun gezicht, besef ik dat mijn lessen voldoen aan de punten die ik hierboven beschrijf. Die glimlach gun ik alle kinderen! Ik hoop dat alle scholen het belang van die glimlach inzien en aan de slag gaan of blijven met kwalitatief en inhoudelijk bewegingsonderwijs.
Het Mulier Instituut houdt zich bezig met bewegen op school, blijkend uit de onderzoeken naar school en sport, gezonde school(omgeving), de relatie tussen bewegen, cognitieve functies en leerprestaties en The Daily Mile. Dit is de tweede blog in een serie over bewegen op school, lees hier de eerste blog.
Door: Sofie Vrieswijk (onderzoeker bij het Mulier Instituut, betrokken bij onderzoeken rondom bewegen op school en vakdocent bewegingsonderwijs)