Blog – Bewegen op school: een mes dat aan twee kanten snijdt?
Wat doen onze kinderen op school?
Tegenwoordig delen veel juffen en meesters via een ouderapp filmpjes en verhalen van de kinderen in de klas. Op die manier kunnen wij als ouders zien wat onze kinderen zoal doen op school. Als moeder van een 7-jarige die op de vraag ‘Wat heb je vandaag op school allemaal gedaan?’ slechts zuinig informatie verstrekt, ben ik blij met die berichten en filmpjes.
Bij ons kwamen er de laatste weken, naast geconcentreerde koppies diep over de werkboeken gebogen, ook filmpjes langs waarin de klas danste. Ik vermoed dat ze ‘Just Dance’ deden – de leerkracht zet een filmpje op en de kinderen doen de dansjes van de figuren op het digibord na.
Die avond kwam zoonlief hummend naar huis, we herkenden Shakira’s ‘Waka Waka – This time for Africa’. Hij vroeg of ik de video van Shakira kon opzoeken zodat hij verder kon dansen: grote pret in de badkamer. In een andere video van de muziekles die ik deze week zag, was de klas dolenthousiast op een neer aan het springen op vrolijke muziek. Ik wou dat ik weer op school zat!
Maar zorgt meer bewegen ook voor beter leren?
In de laatste jaren is er steeds meer aandacht voor de vraag of bewegen de schoolprestaties van kinderen kan verbeteren. Dit wordt dan ook regelmatig als argument gebruikt om scholen te motiveren om meer bewegen te integreren gedurende de schooldag. Op de meeste scholen ligt echter meer nadruk op leren rekenen, lezen en schrijven en is er doorgaans weinig tijd voor activiteiten zoals bewegen. Maar stel dat bewegen er voor zorgt dat kinderen beter kunnen leren, dan kan dat natuurlijk heel interessant zijn voor het onderwijs!
Intensieve beweegprogramma’s op school
Uit een overzichtsstudie uit 2018 blijkt dat kinderen op scholen die intensieve beweegprogramma’s aanbieden, betere rekenprestaties laten zien. Deze programma’s lopen meerdere jaren: kinderen bewegen 3 keer per week of vaker en met relatief hoge intensiteit.
Beweegtussendoortjes
Hoe zit het dan met beweegtussendoortjes, zoals de filmpjes die ik van de klas van mijn zoontje zie? Gaan de kinderen daardoor beter leren? Onderzoek naar korte beweegtussendoortjes (ook wel ‘beweegbreaks’ genoemd) laten slechts minimale effecten op uitkomstmaten zoals concentratie zien. De effecten worden vaak bepaald aan de hand van een (computer)test: die laat bijvoorbeeld zien of kinderen na een beweegtussendoortje een bepaald aantal milliseconden sneller reageren.
‘Een paar milliseconden?’. Daar is het de meeste leerkrachten waarschijnlijk niet om te doen. Zij gaan af op hun ervaringen: uit hun verhalen blijkt dat kinderen die bewegen, hun energie kwijt kunnen, met elkaar spelen en plezier hebben. En uiteindelijk zal met plezier naar school gaan ook ten goede komen aan de motivatie waarmee kinderen de lessen volgen.
Ervaren werkdruk maakt zelfs het uitvoeren van beweegtussendoortjes lastig
Los van de vraag of bewegen voor betere leer- of schoolprestaties zorgt, ligt er een behoorlijke uitdaging voor de leerkrachten wat betreft de uitvoering van programma’s die voor meer bewegen op school zorgen. Zo blijkt uit een recent onderzoek dat onder andere de ervaren werkdruk ervoor zorgt dat slechts één op de vijf leerkrachten de Just Dance filmpjes 1 keer per week of vaker uitvoerden. Als het regelmatig uitvoeren van hapklare beweegbreaks al teveel tijd kosten, zijn de programma’s die effecten op rekenprestaties laten zien dan onhaalbaar?
Jong*leren
De meest belangrijke boodschap van alle onderzoeken naar de effecten van bewegen op leerprestaties is wellicht dat de kinderen die lestijd gedeeltelijk vervangen door bewegen niet slechter presteren op school.
Bovenal vinden kinderen bewegen leuk. Ook in een project waarin jongleren werd gecombineerd met het automatiseren van de rekentafels bleek dat kinderen die het ‘jong*leren’-programma’ volgden inderdaad niet beter gingen rekenen dan de kinderen die de lessen zittend volgden. Maar belangrijker: de kinderen die jonglerend gingen rekenen vonden de rekenlessen veel leuker – wat hun betreft mochten alle (reken)lessen bewegend zijn!
Dansen of niet dansen….dat is de vraag!
De dansjes en de vele andere beweegtussendoortjes die dagelijks in de klaslokalen door enthousiaste meesters en juffen worden gegeven, zullen meestal niet intensief en lang genoeg zijn om de rekenprestaties van onze kinderen op te krikken. Toch geloof ik in de positieve aspecten die de leerkrachten zien. Wat is er fijner dan een goede sfeer in de klas, plezier met elkaar als groep en kinderen die samen bewegen. Stuk voor stuk aspecten die lastig te meten zijn. En misschien nog belangrijker: het zijn aspecten waar leerkrachten niet op afgerekend worden.
Ondanks het feit dat er geen eenduidig bewijs is voor het effect van korte beweegtussendoortjes op leerprestaties, wordt er dagelijks in veel klaslokalen bewogen, gedanst en gesprongen. Dankzij de overtuiging van vele leerkrachten hebben onze kinderen een extra beweegmoment en ik een heerlijk moment ’s avonds in de badkamer!
Het Mulier Instituut houdt zich bezig met bewegen op school, blijkend uit de onderzoeken naar school en sport, gezonde school(omgeving), de relatie tussen bewegen, cognitieve functies en leerprestaties en The Daily Mile. Dit is de derde blog in een serie over bewegen op school, lees hier de eerste en tweede blog.
Door: Amika Singh (senior onderzoeker bij het Mulier Instituut, betrokken bij onderzoeken op de thema’s leren bewegen en gezondheid).