Aandacht voor homo-acceptatie in de sport op de juiste plek
Het gebruik van ‘homo’ als scheldwoord of minachting is in de sport niet ongebruikelijk, zeker niet onder mannelijke teamsporters. De algemene acceptatie van seksuele diversiteit in de sport is echter groot, ook onder mannelijke teamsporters, op wie het homo-acceptatiebeleid vooral is gericht. Zo vindt 87 procent van alle verenigingssporters en 84 procent van de mannelijke teamsporters het geen enkel probleem wanneer een medesporter aangeeft homoseksueel te zijn. Toch geeft bijna de helft van de voetbalverenigingen aan dat homonegativiteit in hun vereniging voorkomt. Dit is bijna vier keer zoveel als bij andere verenigingen. Twee derde van de voetbalverenigingen geeft aan expliciet beleid te hebben, gericht op het tegengaan van discriminatie naar seksuele voorkeur. Voor de acceptatie van homoseksualiteit en effectiviteit van beleid kan dat als een positieve ontwikkeling worden gezien. Continuerende beleidsaandacht blijft nodig om positieve veranderingen in daadwerkelijk gedrag (minder ‘homograppen’) te bereiken.
Dit blijkt uit peilingen die het Mulier Instituut in 2017/2018 heeft uitgevoerd naar de acceptatie van seksuele diversiteit in de sportvereniging in opdracht van NOC*NSF.
Andere uitkomsten van het onderzoek:
- Één derde van de mannelijke teamsporters geeft aan dat ‘homo’ of ‘mietje’ een soort scheldwoord is als mannelijke sporters minder goed presteren. Onder de totale groep verenigingssporters is dat ongeveer een kwart.
- Mannelijke teamsporters geven bijna twee keer zo vaak aan (18%) dat in hun sportgroep regelmatig grappen of negatieve opmerkingen worden gemaakt over homoseksualiteit dan andere sporters.
- Bij 18 procent van de mannelijke voetballers is bij hun sportvereniging positieve aandacht geweest voor LHBT-acceptatie.
- De algemene acceptatie van homoseksuele medesporters laat vanaf 2008 een positieve ontwikkeling zien onder mannelijke teamsporters. Dat geldt niet voor de uitkomsten op de stelling dat scheidsrechters homonegatieve uitlatingen zouden moeten bestraffen.
- Twee derde van de voetbalverenigingen heeft expliciet beleid gericht op het tegengaan van discriminatie naar seksuele voorkeur, tegenover twee vijfde bij andere clubs.
- Een kwart van de Nederlanders vindt het een goed idee als sportaccommodaties ook sekseneutrale toiletten en kleedruimtes krijgen om de toegankelijkheid voor transgender/intersekse personen te vergroten.
Klik hier om het factsheet ‘LHBTI in de breedtesport’ te downloaden. Dit factsheet is onderdeel van een lopend onderzoek naar LHBTI in de sport.
Neem voor meer informatie contact op met Resie Hoeijmakers.