Aantal sportfunctionarissen in het gespecialiseerd onderwijs neemt af
In 2023 zijn er minder BRC-functionarissen actief in het gespecialiseerd onderwijs dan in 2019. In het praktijkonderwijs zijn er juist meer BRC-functionarissen actief. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.
Het gespecialiseerd onderwijs is een verzamelnaam voor het speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. In 2023 is de BRC-functionarissen actief op:
- 31 procent van de schoollocaties in het speciaal basisonderwijs.
- 22 procent van de schoollocaties in het speciaal onderwijs.
- 23 procent van de schoollocatie in het voortgezet speciaal onderwijs.
Verschil met regulier onderwijs wordt groter
Binnen alle drie de vormen van gespecialiseerd onderwijs is op minder scholen een BRC-functionarissen actief dan in het regulier primair onderwijs (57%). In het regulier onderwijs neemt de inzet van BRC-functionarissen bovendien juist toe.
Meer BRC-functionarissen actief in het praktijkonderwijs
Vergeleken met het gespecialiseerd onderwijs is in het praktijkonderwijs juist het tegenovergestelde te zien. In 2023 was daar op 39 procent van de scholen een BRC-functionaris actief. Dat is meer dan in het regulier voortgezet onderwijs (20%).
BRC-functionarissen vooral voor buitenschools sportaanbod
In het gespecialiseerd en praktijkonderwijs zetten scholen BRC-functionarissen vooral in om het buitenschoolse sportaanbod te organiseren. Daarnaast adviseren ze over sportmogelijkheden in de gemeente of verwijzen ze leerlingen daarnaar door.
Onderzoek onder schoolleiders en BRC-functionarissen
De resultaten van dit onderzoek zijn gebaseerd op de peiling bewegingsonderwijs en sport in het gespecialiseerd onderwijs. Daarnaast hebben we gebruik gemaakt van panelpeilingen onder BRC-functionarissen.
Gerelateerd nieuws
Voortzetting fitnessaanbod voor mensen met een smalle beurs onzeker vanwege geldgebrek
Via het programma Fitness Loont kunnen mensen met een laag inkomen fitnessen. Fitnessaanbieders die aan een tweejarige pilot deelnamen, vinden het vrijwel allemaal lastig om financiering te vinden om het aanbod voort te zetten.
Niet-sporters wonen niet alleen in aandachtswijken
Voor sportdeelnamebeleid is het goed je te realiseren dat niet-sporters niet alleen in wijken met een lage sociaaleconomische status (SES) wonen. Beleid om sporten te stimuleren moet daarom niet alleen op lage-SES-wijken gericht zijn.
Sociale steun van mede-sporters is goed voor de mentale gezondheid
Hoe meer sociale steun sporters ervaren van mede-sporters, hoe beter hun mentale gezondheid is.