Inzet vakleerkrachten en extra uren bewegingsonderwijs vergen additionele investeringen

24 februari 2017

Het vergt circa € 167 miljoen aan additionele investeringen om het scenario te realiseren waarin in 2021 op alle basisscholen twee uur gymles voor 80% door vakleerkrachten worden gegeven. De jaarlijkse structurele extra kosten worden daarna geschat op € 32 miljoen. Een uitbreiding naar 3 uur gymles per week voor 100% gegeven door vakleerkrachten per 2021 vraagt om circa € 790 miljoen aan additionele investeringen. De jaarlijkse extra kosten komen na doelrealisatie neer op circa € 152 miljoen.

Dat blijkt uit onderzoek van Regioplan en Mulier Instituut in opdracht van het ministerie van OCW naar aanleiding van planvorming van OCW en de PO-Raad op dit terrein* en een initiatiefnota van het Kamerlid Heerema om de inzet van vakleerkrachten voor het geven van bewegingsonderwijs verplicht te stellen.

Andere opvallende uitkomsten uit het rapport zijn:

  • 73% van de scholen voldeed in het schooljaar 2014/2015 aan de norm van 90 minuten/2 lesuren bewegingsonderwijs per week;
  • 87% voldeed aan de bevoegdheidsnorm (alle lesuren bewegingsonderwijs gegeven door bevoegde groepsleerkrachten of vakleerkrachten);
  • Op 50% van de basisscholen (excl. speciaal onderwijs) was in 2013 sprake van inzet van vakleerkrachten; Bij 21 procent worden de lessen alleen door vakleerkrachten verzorgd, bij 29 procent door vakleerkrachten en groepsleerkrachten;
  • Als belangrijke redenen voor het niet voldoen aan de bevoegdheidsnorm noemen schoolleiders het ontbreken van voldoende middelen om gekwalificeerde leerkrachten in te zetten en (in mindere mate) het aanbod van gekwalificeerde leerkrachten;
  • De belangrijkste redenen voor het niet behalen van de minuten-/lesurennorm of voor het niet uitbreiden van de lesduur van het huidige beleid zijn vooral van praktische aard en hebben te maken met de vervoerstijd en de afstand tot de gymlocatie en met de beschikbare ruimte en tijd in gymlocaties. Maar ook het niet voorhanden zijn van voldoende leerkrachten met een brede bevoegdheid speelt een rol, net als de prioriteiten die scholen stellen in het lesaanbod;
  • Scholen zien mogelijkheden om te komen tot uitbreiding van tijd besteed aan gezondheid en bewegen, maar veelal krijgt die uitbreiding nu gestalte buiten het formele curriculum lichamelijke opvoeding en de eisen die daarbinnen aan personeel, lesstof en accommodaties worden gesteld. Creatieve directeuren vinden wegen om extra in thema’s als lichamelijke opvoeding en gezondheid te kunnen investeren.

Klik hier om het rapport te downloaden.

Voor vragen over de financiële consequenties en over het halen van de lesnorm en de bevoegdheidsnorm (hoofdstukken 2 en 5 in het rapport), neem contact op met Kees van Bergen van Regioplan (020-531.5370).

Voor vragen over de inzet van vakleerkrachten en de visie van schooldirecteuren (hoofdstukken 3 en 4 van het rapport), neem contact op met Jo Lucassen.

Voor de beleidsreactie van de staatssecretaris van het ministerie van OCW op het onderzoeksrapport, klik hier.

* In het regeerakkoord was het streven opgenomen dat basisscholen meer lesuren bewegingsonderwijs aanbieden, gegeven door een bevoegde leerkracht. Daarom hebben het ministerie van OCW en de PO-raad de afspraak gemaakt dat alle basisscholen eind 2017 minimaal twee lesuren bewegingsonderwijs aanbieden gegeven door een daartoe bevoegde leerkracht of een vakleerkracht. Het uiteindelijke streven is drie lesuren bewegingsonderwijs.