Grote steden investeren nog altijd fors in schoolzwemmen

De grote steden in Nederland – Amsterdam, Rotterdam en Den Haag in het bijzonder – investeren nog jaarlijks grote bedragen in het schoolzwemmen. De belangrijkste reden hiervoor is om kinderen de basisschool met minimaal een A-diploma te laten verlaten. De algehele indruk is dat veel minder kinderen in deze gemeenten zonder het schoolzwemmen zwemvaardig zouden zijn. In kleine gemeenten wordt ook vaak aangegeven dat het schoolzwemmen een waardevolle aanvulling vormt op het bewegingsonderwijs.

Dit concludeert het Mulier Instituut dat het schoolzwemmen bij gemeenten en scholen heeft onderzocht. De rapportage is opgesteld om meer duidelijkheid te verschaffen over schoolzwemmen en schetst een beeld van schoolzwemmen in Nederland anno nu (omvang, organisatie, financiering). Daarnaast is verdiepend onderzoek uitgevoerd bij de vier grootste gemeenten in Nederland en vijf andere gemeenten die schoolzwemmen aanbieden.

Het Mulier Instituut concludeerde eerder in een tweetal factsheets dat het aandeel scholen en gemeenten dat schoolzwemmen aanbiedt, afneemt. Anno 2016 biedt een derde van de basisscholen (32%) en gemeenten (30%) schoolzwemmen aan. Grote gemeenten behoren dus tot de groep gemeenten die wel nog schoolzwemmen aanbiedt.

Enkele belangrijke uitkomsten zijn:

  • In grote steden wordt vaker schoolzwemmen aangeboden dan in kleine steden;
  • Door in schoolzwemmen te investeren, kan de gemeente het gehuurde zwemwater voor maatschappelijke doeleinden gebruiken. Doordat kinderen via het schoolzwemmen meer zwemvaardig worden, kunnen zij meer activiteiten op, in en naast het water ondernemen.
  • Het doel van schoolzwemmen verschilt. 43 procent van de scholen biedt het schoolzwemmen als diplomazwemmen aan, 37 procent biedt schoolzwemmen als natte gymles aan en 20 procent geeft aan een combinatie van de twee aan te bieden;
  • Belangrijkste reden om schoolzwemmen te hebben afgeschaft is een gebrek aan financiering vanuit de gemeente;
  • Naar de toekomst toe geeft 81 procent van de scholen aan dat er niks verandert, 11 procent van de scholen denkt na over afschaffen van schoolzwemmen. Van de gemeenten geeft 69 procent aan dat er niks verandert en 4 procent geeft aan het schoolzwemmen af te schaffen;
  • De verantwoordelijkheid voor zwemvaardigheid van kinderen wordt door gemeenten bij de ouders neergelegd. Wel zien zij een ondersteunde rol voor school, gemeente en de Rijksoverheid.

Klik hier om de rapportage ‘Schoolzwemmen 2016. Betrokkenheid van scholen en gemeenten en lokale vormgeving’’ te downloaden (pdf).

Neem voor meer informatie contact op met Corry Floor.

Deze publicatie maakt onderdeel uit van het project NL Zwemveilig. NL Zwemveilig richt zich op het verzamelen van bestaande en nieuwe kennis over leren zwemmen om de zwemveiligheid van de Nederlandse bevolking op een zo hoog mogelijk niveau te krijgen. NL Zwemveilig wordt namens de zwembranche gecoördineerd door Nationaal Platform Zwembaden | NRZ en wordt ondersteund door het ministerie van VWS.